Samenvatting
Achtergrond
Wanneer twee of meer mensen ziek worden na het eten van hetzelfde voedsel spreken we van een voedseluitbraak door voedselvergiftiging of voedselgerelateerde infectie. Behandelaars dienen een uitbraak te melden aan de GGD. De GGD informeert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Casus
In één maand tijd traden 2 clusters van scombroïde-intoxicatie op (dat is een histaminevergiftiging na het eten van bijvoorbeeld tonijn). Dankzij de snelle melding van patiënten door behandelaars volgde direct brononderzoek van de GGD en de NVWA. De NVWA bevestigde hoge histaminegehaltes in de tonijn in beide clusters. Bij het eerste cluster haalde de leverancier de partij tonijn van de markt. Hierdoor zijn mogelijk nieuwe ziektegevallen voorkomen. Bij het tweede cluster was de bewuste partij tonijn al verkocht.
Conclusie
Het is essentieel dat artsen voedselvergiftiging of een voedselgerelateerde uitbraak snel aan de GGD melden, zodat de GGD en de NVWA kunnen besluiten tot bronopsporing en het nemen van maatregelen.
De term 'voedseluitbraak'
De term 'voedseluitbraak' is naar mijn mening een verhaspelende verkorting van 'uitbraak van voedselgerelateerde gastro-enteritis’, 'uitbraak van voedselvergiftiging/-infectie' en 'gastro-enteritisuitbraak'. Het woord ‘uitbraak’ wordt niet gebruikt in de betekenis van ‘emesis’ en slechts incidenteel met betrekking tot het openbarsten van een abces. Doordat het werkwoord ‘uitbraken’ blijkens Van Dale ‘brakend uitspuwen’ betekent, roept de samenstelling ‘voedseluitbraak’ onbedoeld een associatie met het uitbraken van spijsbrij op. Ik stel voor ‘…uitbraak’ als tweede lid van een samenstelling uitsluitend te combineren met een ziekte als eerste lid (vb. griepuitbraak, mazelenuitbraak, legionellose-uitbraak, cholera-uitbraak) en niet met een ziekteoorzaak. Is de epidemiologische term ‘uitbraak’ (begin van een epidemie’) overigens zo aan inflatie onderhevig dat hij al bij n=2 mag worden gebruikt?
Arnoud Eerenbeemt, medisch terminoloog, Zorgtaal
reactie auteur
Uw mening over de term 'voedseluitbraak' kan ik plaatsen. Uw toelichting geeft een goed taalkundig overzicht. Zowel het RIVM als de NVWA gebruiken deze term. Waarom men hier voor koos weet ik niet, wellicht wegens het ontbreken van een korte term. Binnen de Infectieziektenbestrijding is de betekenis van deze term duidelijk.
Er kan sprake zijn van een uitbraak bij twee of meer in tijd en plaats gerelateerde ziektegevallen met dezelfde verwekker.
Een uitbraak is niet hetzelfde als een epidemie. Een uitbraak kan wel een verheffing of epidemie worden. Denk bijvoorbeeld aan influenza. De epidemische grens bij IAZ is bijvoorbeeld 51 nieuwe ziektegevallen per 100.000 personen per week. Men spreekt van een epidemie als het aantal nieuwe ziektegevallen binnen een omschreven populatie, periode en gebied hoger is dan verwacht.
Gabriëlla Morroy, arts infectieziektebestrijding, GGD Hart voor Brabant
Alternatief
Dank voor uw instemming en toelichting. Inmiddels is mij duidelijk geworden dat het woord 'voedseluitbraak' ook bij het RIVM ter discussie is gesteld. Een alternatief vormt mogelijk het volgende: infectiologenjargon 'voedseluitbraak'
Arnoud Eerenbeemt, medisch terminoloog