Samenvatting
De standaard bespreekt het beleid bij depressie en bij depressieve klachten.
De diagnostiek bij het vermoeden van depressie vraagt om een brede klachtexploratie, waarvoor vaak meerdere consulten nodig zijn.
Bij het beleid ligt de nadruk op de ondersteuning van het zelfmanagement en de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt in het herstelproces.
De initiële behandeling voor depressieve klachten bestaat uit voorlichting; bij een depressie komt daar dagstructurering en het aanbieden van een kortdurende psychologische behandeling bij.
Bij onvoldoende effect van de initiële behandeling en bij een depressie met ernstig sociaal disfunctioneren, grote lijdensdruk of ernstige psychische comorbiditeit wordt psychotherapie of een antidepressivum aangeboden.
Reacties