Röntgenfoto's van mediale clavicula-uiteinden volgens de methode van de Immigratie- en Naturalisatiedienst: ongeschikt voor de bepaling van meerderjarigheid

A critical examination of the radiological technique used by the Dutch Immigration and Naturalisation Service (IND) for determining the adulthood of persons around the age of 18.

Design

Descriptive.

Method

Radiographs of the hands and clavicles were reassessed in 29 asylum seekers (15 boys, 9 girls and 5 persons of unknown gender) in whom the IND suspected a discrepancy between the true age and the age stated. In each case, 1 hand radiograph and 3 clavicular views were taken: 1 posteroanterior standard view as well as 2 oblique views, in order to assess the epiphyses at the medial ends of the clavicles. Additionally, the radiographs of one of these subjects were shown to 241 radiologists and radiologists-in-training.

Results

On all the hand X-rays, the epiphyses were closed. Based on this, the skeletal age of the girls was at least 15 years and 11 months and that of the boys at least 17 years and 3 months. The medial ends of the clavicles could not be assessed on the standard views due to overprojection of the spinal column. In 55 of the 58 films in which the thorax was turned, the direction of the X-rays was not appropriate for assessing the growth plates. The other 3 could not be assessed as there were no existing objective radiological criteria. The assessments of the stage of development as an indication of skeletal age in the cases presented differed greatly from one another.

Conclusion

The radiographs that were taken to establish whether or not the asylum seekers were underage were unsuitable for the purpose for which they were taken.

Samenvatting

Doel

Kritisch beschouwen van de radiologische methode die de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gebruikt bij het bepalen van meerderjarigheid van personen van ongeveer 18 jaar oud.

Opzet

Beschrijvend.

Methode

Er werden röntgenfoto's herbeoordeeld van de handen en de claviculae van 29 asielzoekers (15 jongens, 9 meisjes en van 5 personen was het geslacht onbekend), bij wie de IND een discrepantie vermoedde tussen de opgegeven en de werkelijke leeftijd. Per persoon waren 1 handfoto en 3 claviculaopnamen gemaakt: 1 posteroanterieure standaardopname en 2 schuine opnamen ter beoordeling van de epifysaire schijven aan de mediale clavicula-uiteinden. Daarnaast werden de foto's van 1 van deze personen ter beoordeling voorgelegd aan 241 radiologen en assistent-geneeskundigen in opleiding tot radioloog.

Resultaten

Op alle handfoto's waren de epifysaire schijven gesloten; op grond daarvan was de skeletleeftijd van de meisjes tenminste 15 jaar en 11 maanden en die van de jongens tenminste 17 jaar en 3 maanden. De mediale uiteinden van de clavicula waren op de niet-uitgedraaide foto's niet goed te beoordelen door overprojectie van de wervelkolom. Op 55 van de 58 uitgedraaide foto's was de stralenrichting niet goed om de groeischijven te beoordelen. Verdere beoordeling werd gehinderd door het ontbreken van objectieve radiologische criteria. De beoordelingen van de ontwikkelingsstadia als indicatie van de skeletleeftijd in de voorgelegde casus verschilden zeer van elkaar.

Conclusie

De röntgenfoto's die waren gemaakt om minder- of meerderjarigheid van asielzoekers aan te tonen, waren ongeschikt voor het doel waarvoor ze waren gemaakt.