Samenvatting
- De evidence-based herziening van de richtlijn ‘Screening en diagnostiek van het mammacarcinoom’ was nodig vanwege nieuwe inzichten, zoals de kosteneffectiviteit van screeningsmethoden anders dan mammografie.
- Mammografie is de enige screeningsmethode die kan worden aanbevolen voor de hele bevolking. In Nederland worden alle vrouwen in het jaar dat zij 50 worden tot en met het jaar dat zij 75 worden daarvoor uitgenodigd. Omdat de incidentie van borstkanker toeneemt en de beeldkwaliteit verbetert door het radiologisch digitaliseringsproces van het bevolkingsonderzoek wordt een pleidooi gehouden om de ondergrens van de screeningsleeftijd te verlagen, bij voorkeur naar 45 jaar.
- Screening met MRI is geïndiceerd voor draagsters van mutaties in de borstkankergenen.
- De meest voorkomende risicofactoren zijn opnieuw in kaart gebracht, met de aanbeveling dat screening buiten het bevolkingsonderzoek zinvol is bij een relatief risico (RR) van 4 of meer en bij familiaire belasting vanaf een RR van 2. Bijkomende risico’s maken nader genetisch onderzoek noodzakelijk.
- Het ‘Breast imaging reporting and data system’ (BI-RADS) wordt nu aanbevolen voor screening en diagnostisch beeldvormend onderzoek. Door de toepassing ervan evolueert de tripeldiagnostiek tot een consensus van chirurg, radioloog en patholoog.
- Okselechografie dient te worden verricht indien men een schildwachtklieringreep overweegt.
- MRI dient men te verrichten als de tumor niet betrouwbaar kan worden afgegrensd bij mammografie of echografie.
- Doordat het diagnostisch traject complexer, zwaarder en langduriger is geworden, lukt het niet altijd om de definitieve diagnose in één dag te stellen. Alle inspanningen moeten erop gericht zijn dit in hoogstens 5 werkdagen te doen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2336-9
Reacties