Samenvatting
- De Nederlandse Reanimatie Raad heeft in 2002 een vertaling uitgebracht van de richtlijnen betreffende basale reanimatie, gebruik van de automatische externe defibrillator, specialistische reanimatie en reanimatie bij kinderen, zoals die in 2000 waren vastgesteld door de International Liaison Committee on Resuscitation.
- Een verandering voor de Nederlandse situatie is de overgang van het specifiek Nederlandse ‘CAB’-schema naar het internationaal aanvaarde ‘ABC’-schema. Daaronder wordt verstaan dat bij aantreffen van een patiënt als eerste de ademweg wordt gecontroleerd (A), daarna 2 keer wordt beademd (B), waarna als derde de circulatie wordt gecontroleerd (C) en zo nodig hartmassage wordt begonnen.
- In de Nederlandse richtlijn is voor het vaststellen van een circulatiestilstand door leken niet de ‘beoordeling van tekenen van circulatie’ overgenomen, maar het beoordelen van de pulsaties aan de halsslagader gehandhaafd. Ook professionele hulpverleners dienen een eventuele circulatiestilstand zo te beoordelen.
- Ongeacht het aantal hulpverleners is de verhouding tussen borstcompressie en beademing bij volwassenen nu 15:2 en niet meer de eerder aanbevolen verhouding 5:1. Deze verhouding is namelijk effectiever in het opbouwen van bloeddruk tijdens de thoraxcompressies.
- Bij de medicatie is de belangrijkste verandering de toevoeging van amiodaron bij persisterend ventrikelfibrilleren.
Reacties