Preventieve behandeling van patiënten na niet-invaliderende cerebrale ischemie door vermoedelijk arteriële oorzaak: vergelijkend, gerandomiseerd onderzoek met intensieve antistollingstherapie of behandeling met acetylsalicylzuur

Onderzoek
J.W. Gorter
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:306-12
Abstract

Samenvatting

Doel

Omdat acetylsalicylzuur slechts een matig secundair preventief effect heeft bij patiënten na een eerdere hersenischemie, werd in de ‘Stroke prevention in reversible ischemia trial’ (SPIRIT) nagegaan wat de doeltreffendste behandeling is ten aanzien van het voorkómen van hart- en vaatziekten: intensieve orale antistollingstherapie of behandeling met acetylsalicylzuur.

Opzet

Open, gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek.

Plaats

58 ziekenhuizen: 52 in Nederland en 6 in overige landen.

Methode

Patiënten die met een ‘transient ischaemic attack’ (TIA) of een niet-invaliderend herseninfarct zonder boezemfibrilleren (score ≤ 3 op de Rankin-schaal) naar de neuroloog werden verwezen, kregen aselect orale antistollingstherapie (‘international normalized ratio’ (INR): 3,0-4,5) of een behandeling met 30 mg acetylsalicylzuur per dag toegewezen. Het hoofdeindpunt was het samengestelde eindpunt ‘sterfte door hart- en vaatziekten, niet-letale beroerte, niet-letaal hartinfarct, of ernstige bloedingscomplicatie’.

Resultaten

In totaal namen 1316 patiënten gedurende gemiddeld 14 maanden deel. Het onderzoek werd voortijdig beëindigd na de eerste tussentijdse analyse: in de antistollingsgroep trad het hoofdeindpunt significant vaker op (81/651) dan in de acetylsalicylzuurgroep (36/665): een hazard ratio van 2,3 (95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI): 1,6-3,5). Dit was toe te schrijven aan een overmaat van ernstige bloedingscomplicaties: 53 (27 intracranieel; 17 letaal) in de antistollingsgroep, tegen 6 in de salicylaatgroep (3 intracranieel; 1 letaal). De intensiteit van de antistolling bleek achteraf de belangrijkste risicofactor te zijn. Voor elke toename van 0,5 INR nam het risico op een ernstige bloedingscomplicatie toe met een factor 1,43 (95-BI: 0,96-2,13).

Conclusie

Antistollingsbehandeling met een streefgebied van 3,0-4,5 INR bij patiënten met TIA's of niet-invaliderende herseninfarcten zonder boezemfibrilleren is niet veilig. Onderzoek naar de doeltreffendheid van matige antistollingsbehandeling (INR: 2,0-3,0) wordt aanbevolen.

Auteursinformatie
Verantwoording

Rapporteur namens de Stroke Prevention In Reversible Ischemia Trial (SPIRIT) Study Group, waarvan de samenstelling in de appendix wordt genoemd.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties