Samenvatting
Doel
De prevalentie vaststellen van het chronische-vermoeidheidsyndroom (CVS) en het primaire-fibromyalgiesyndroom (PFS) in Nederland.
Opzet
Enquêteonderzoek.
Plaats
Academisch Ziekenhuis, afdeling Medische Psychologie, Nijmegen.
Methode
Aan alle 6657 huisartsen in Nederland werd een enquête verstuurd waarin zij werden geïnformeerd over het bestaan van CVS en waarin hun werd gevraagd naar het vóórkomen van CVS- en PFS-patiënten in hun praktijk.
Resultaten
De enquête werd door 60 (n = 4027) van de huisartsen geretourneerd. Van de huisartsen gaf 27 aan geen CVS-patiënt in de praktijk te hebben, 23 sprak van 1 CVS-patiënt, 21 van 2 en 29 van 3 of meer. Voor PFS waren deze resultaten respectievelijk 17 (geen PFS-patiënt), 18, 18 en 47. Met een opgegeven praktijkgrootte van gemiddeld 2486 patiënten was de geschatte prevalentie voor CVS 112 per 100.000 en voor PFS 157 per 100.000. Van de CVS-patiënten was 81 vrouw en 55 tussen de 25 en 44 jaar oud, van de PFS-patiënten respectievelijk 87 en 48.
Conclusie
Extrapolatie van de onderzoeksresultaten geeft aan dat er in Nederland tenminste 17.000 CVS-patiënten en 24.000 PFS-patiënten zijn. Dit is waarschijnlijk een minimale schatting.
Reacties