Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in de prevalentie en de behandeling van ernstige vermoeidheid in de huisartspraktijk.
Opzet
Secundaire data-analyse.
Methode
In een episodegeoriënteerde morbiditeitsregistratie door 54 huisartsen verspreid door Nederland over 1985-1994 werd vastgesteld hoe vaak gedurende 1 jaar de klacht ‘moeheid’ als contactreden voorkwam, welke diagnosen dan werden gesteld, hoe lang zorgepisoden vanwege ‘moeheid’ duurden en welke interventies plaatsvonden (n = 93.297). Van de patiënten met een zorgepisode vanwege ‘moeheid’ gedurende tenminste 6 maanden werden leeftijd, geslacht, comorbiditeit en zorggebruik vastgesteld; hiervoor werd ook een bestand gebruikt met gegevens over 4 aaneengesloten jaren (n = 9630).
Resultaten
Jaarlijks bezochten 92 per 1000 ingeschreven patiënten vanwege moeheid de huisarts. Bij 27,7 per 1000 ingeschrevenen werd een somatische of psychische diagnose gesteld. De zorgepisode duurde bij 86 ten hoogste 4 weken en bij circa 4 tenminste 6 maanden. De huisarts verrichtte bij de klacht ‘moeheid’ bij 63 lichamelijk onderzoek en bij 34 bloedonderzoek, praatte met 35, schreef medicatie voor bij 24 en verwees naar een specialist bij 3. Van de 97 patiënten met moeheid gedurende tenminste 6 maanden, had 61 een chronische ziekte of psychische problemen.
Conclusie
Moeheid komt in de huisartspraktijk veel voor, maar de schatting dat 1 per 1000 ingeschreven patiënten aan de criteria van chronische-vermoeidheidsyndroom zou voldoen, lijkt aan de hoge kant. Huisartsen lijken zich - conform de aanbevelingen - afwachtend op te stellen.
Reacties