Samenvatting
Doel
Evaluatie van de waarde van de histologische naaldbiopsie bij radiologisch ‘niet-benigne’ geclassificeerde mamma-afwijkingen.
Opzet
Prospectief, beschrijvend.
Plaats
Ziekenhuis Velp, Velp.
Methoden
Tussen 1 januari 1994 en 1 januari 1997 werd een histologische biopsie in een mamma verricht bij 232 vrouwen met een ‘onzeker’, ‘suspect’ of ‘maligne’ resultaat van mammografie, zo nodig aangevuld met echografie. Het biopt werd genomen met een naald met een diameter van 16 gauge (G), na april 1996 met een naald met een diameter van 14 G, meestal onder stereotactische controle. In principe volgde na een positieve uitslag een operatie ter verwijdering van de tumor. Van de vrouwen die na de biopsie een operatie ondergingen, werden de resultaten van de histologische onderzoeken met elkaar vergeleken in een 2 × 2-tabel.
Resultaten
Van de 232 patiënten hadden 165 een mammacarcinoom (71). Van de 59 patiënten met als röntgenclassificatie ‘onzeker’ hadden 15 een mammacarcinoom (25), bij ‘suspect’ was dat 44/67 (66) en bij ‘maligne’ 106/106 (100). Bij 186 vrouwen vond een operatie plaats. De uitslagen van het histologisch biopt en het operatiepreparaat kwamen overeen bij 169 patiënten (91). De sensitiviteit van de stereobiopsie was 90, de specificiteit 93. Eén patiënte werd overbehandeld (okseltoilet) op grond van een als maligne afgegeven stereobiopsie die verricht was bij een zeldzame tumor met als definitieve diagnose ‘adenomyo-epithelioom met epitheliale atypie’. Het percentage fout-negatieve uitslagen was 36. De voorspellende waarde van een positieve uitslag was 99, van een negatieve 63.
Conclusie
Een diagnostische stereobiopsie na röntgenclassificatie door mammografie en echografie had een goede voorspellende waarde voor de kans op een mammacarcinoom.
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
(Geen onderwerp)
Velp, mei 1998,
Uit ons onderzoek blijkt dat bij de 16 patiënten met een niet-benigne röntgenclassificatie het mammacarcinoom met de stereobiopsie is gemist. In ons protocol staat de chirurg centraal. In de chirurgische evaluatie van een radiologisch niet-benigne mamma-afwijking is de stereobiopsie onmisbaar geworden en de uitslag is in > 90% van de gevallen correct. De radiologische classificatie en de histologische diagnose vormen samen naast anamnese en lichamelijk onderzoek de belangrijkste gegevens voor het chirurgisch beleid. De kans dat de vrouw op grond van een niet-maligne histologie-uitslag van de stereobiopsie niet geopereerd wordt, is verwaarloosbaar. In ons onderzoek heeft bij alle 16 met stereobiopsie gemiste mammacarcinomen alsnog een operatie plaatsgevonden. De 39 patiënten die na een niet-maligne stereobiopsie toch niet geopereerd zijn, hebben tot nu toe geen mammacarcinoom. De opmerking van Van Gestel dat bij een positief biopt alsnog een operatie volgt, moet worden genuanceerd. Als met de stereobiopsie een mammacarcinoom is vastgesteld, volgt een definitieve oncologische operatie, die verschilt van een open biopsie.
De voorgestelde wijziging van de conclusie komt ten dele overeen met onze versie: als de stereotactische biopsie de open biopsie vervangt, zullen vele onnodige ingrepen bij benigne afwijkingen van de mamma achterwege blijven. De stereobiopsie is goedkoop, veilig en weinig belastend. Indien de röntgenclassificatie minstens ‘suspect’ of ‘maligne’ is en de stereobiopsie tegen verwachting geen mammacarcinoom heeft aangetoond, zal een chirurgische (open) biopsie ernstig worden overwogen.