Als een patiënt die vitamine K-antagonisten (VKA’s) of een van de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s) gebruikt, een operatie of invasieve ingreep moet ondergaan, moet het perioperatieve beleid goed worden afgestemd. Het hangt af van het bloedingsrisico van de ingreep of deze orale antistolling gecontinueerd of onderbroken moet worden.1 Bij ingrepen met een vooraf ingeschat niet-significant bloedingsrisico hoeft de behandeling met VKA’s of NOAC’s niet routinematig onderbroken te worden. Voorbeelden van ingrepen met zo’n risicoprofiel zijn: gastro-, sigmoïdo- en coloscopieën met of zonder biopsie, tandheelkundige ingrepen en kiesextracties tot 3 elementen, en dermatologische biopten.2
Bij ingrepen met een hoger bloedingsrisico moet de orale antistollingsbehandeling rond de ingreep onderbroken worden. Als patiënten daarnaast een hoog tromboserisico hebben, uitgedrukt als een CHADS2-score van ten minste 5, moet deze perioperatieve periode zonder orale antistolling overbrugd worden met een kortwerkend alternatief antistollingsmiddel.3,4 De CHADS2-score is een klinische predictieregel…
Reacties