Samenvatting
De standaardbehandeling voor patiënten met mammacarcinoom in een vroeg stadium is borstsparende behandeling. Van oudsher bestaat deze uit borstsparende chirurgie, gevolgd door bestraling van de gehele borst. Patiënten met een laag risico op een lokaal recidief komen in aanmerking voor partiële borstbestraling (PBI). Hierbij wordt het oorspronkelijke tumorgebied met een marge van 1-2 cm bestraald. De rationele hiervoor is dat het merendeel van de lokale recidieven optreedt in of nabij het gebied van de oorspronkelijke tumor. Omdat een kleiner volume bestraald wordt, zijn er minder bijwerkingen te verwachten. Er zijn diverse methoden voor partiële borstbestraling: brachytherapie, intra-operatieve radiotherapie en uitwendige radiotherapie. In Nederland is uitwendige radiotherapie de meest toegepaste methode. Meerdere gerandomiseerde studies lieten zien dat PBI bij goede selectie van patiënten even veilig is als bestraling van de gehele borst, in termen van recidiefrisico. De meeste studies lieten verminderde toxiciteit en vergelijkbare cosmetiek na PBI zien.
Reacties