Perspectieven van patiënten, hun naasten en artsen

Overbodige medicatie stoppen vlak voor overlijden*

Onderzoek
Eric C.T. Geijteman
Marlies M.A. Tempelman
Marianne K. Dees
Bregje A.A. Huisman
Roberto S.G.M. Perez
Lia van Zuylen
Agnes van der Heide
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D1084
Abstract

Samenvatting

Doel

Inzicht krijgen in de perspectieven van patiënten, hun naasten en artsen op het gebruik van potentieel overbodige medicijnen (POM’s) in de laatste fase van het leven.

Opzet

Kwalitatief interviewonderzoek.

Methode

We namen diepte-interviews af bij 17 patiënten met een geschatte levensverwachting van minder dan 3 maanden, 12 van hun naasten, 20 medisch specialisten en 12 huisartsen. Bij de analyses maakten we gebruik van de ‘constant comparative’-methode, die onderdeel uitmaakt van de ‘grounded theory approach’.

Resultaten

Patiënten en hun naasten stonden in principe open om te stoppen met POM’s. Hierbij konden zij wel het gevoel ervaren ‘opgegeven’ te zijn. Artsen gaven verschillende redenen waarom patiënten in de praktijk meestal niet stoppen met POM’s: de mogelijkheid van stoppen wordt niet overwogen, stoppen heeft geen prioriteit en de gevolgen van stoppen zijn vaak onzeker. Daarnaast waren sommige artsen bezorgd dat patiënten door te praten over stoppen geconfronteerd worden met hun aanstaande overlijden en het gevoel kunnen hebben dat zij minder goede zorg krijgen. Als artsen de mogelijkheid van stoppen bespraken met patiënten, legden zij de nadruk vooral op de medische zinloosheid van het continueren van medicijnen in het licht van de beperkte levensverwachting van de patiënt.

Conclusie

Patiënten met een beperkte levensverwachting en hun naasten staan open voor het stoppen van POM’s, maar dat gebeurt in de praktijk vaak niet. Wanneer een arts meent dat bepaalde medicijnen beter gestaakt kunnen worden, zouden in het gesprek met de patiënt de voordelen van stoppen meer nadruk moeten krijgen.

Auteursinformatie

*Dit artikel werd eerder in afgeslankte vorm gepubliceerd in Journal of the American Geriatrics Society (2016;64:2602-4) met als titel ‘Understanding the continuation of potentially inappropriate medications at the end of life: perspectives from individuals and their relatives and physicians’. Afgedrukt met toestemming.

Erasmus MC, Rotterdam.

Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg: drs. E.C.T. Geijteman, arts-onderzoeker (tevens: Erasmus MC Kanker Instituut, afd. Interne Oncologie); M.M.A. Tempelman, BSc, coassistent; prof.dr. A. van der Heide, arts-epidemioloog.

Erasmus MC Kanker Instituut, afd. Interne Oncologie: dr. L. van Zuylen, internist-oncoloog.

Radboudumc, Radboud Institute for Health Sciences, afd. IQ healthcare, Nijmegen.

Dr. M.K. Dees, huisarts-onderzoeker.

VUmc, afd. Anesthesiologie, Amsterdam.

Drs. B.A.A. Huisman, anesthesioloog-pijnbestrijder; prof.dr. R.S.G.M. Perez, fysiotherapeut en bewegingswetenschapper.

Contact drs. E.C.T. Geijteman (e.geijteman@erasmusmc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning voor dit onderzoek: de auteurs ontvingen een onderzoeksubsidie van ZonMw (subsidienr. 80-82100-98-210). ICMJE-formulieren zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Verantwoording

Jimmy Arevalo, arts-onderzoeker, nam een aantal interviews voor dit onderzoek af.

Auteur Belangenverstrengeling
Eric C.T. Geijteman ICMJE-formulier
Marlies M.A. Tempelman ICMJE-formulier
Marianne K. Dees ICMJE-formulier
Bregje A.A. Huisman ICMJE-formulier
Roberto S.G.M. Perez ICMJE-formulier
Lia van Zuylen ICMJE-formulier
Agnes van der Heide ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties