Medicatie minderen bij kwetsbare ouderen

Heeft het nog wel zin?

Klinische praktijk
Rob J. van Marum
Raymond T. Koopmans
Marcel Bouvy
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8947
Abstract

In de serie Oud, (g)een probleem? publiceren we het komend jaar een groot aantal artikelen over complexe zorg voor ouderen. De serie is deels gebaseerd op uitkomsten van het onderzoeksprogramma Nationaal Programma Ouderen. Jacobijn Gussekloo, hoogleraar huisartsgeneeskunde in het LUMC, en Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie in het Radboudumc, vormen de gastredactie.

Samenvatting

  • Ouderen met multimorbiditeit nemen veelal meerdere chronisch gebruikte medicamenten; preventieve medicatie vormt hier een belangrijk onderdeel van.
  • Naarmate het levenseinde nadert mag verwacht worden dat het aandeel van preventieve medicatie, bijvoorbeeld voor cardiovasculaire preventie, afneemt in verhouding tot symptomatische medicatie. In de praktijk blijkt dit echter vaak niet zo te zijn.
  • Hoewel patiënten hier wel voor open staan blijken artsen het moeilijk te vinden om met name preventieve medicatie af te bouwen. Een belangrijke reden hiervoor is de onzekerheid over de mogelijke gevolgen van de afbouw van medicatie.
  • Omdat kwetsbare ouderen zelden participeren in geneesmiddelenstudies ontbreken duidelijke gegevens over de balans tussen de kans op werkzaamheid en het risico op schade van medicamenteuze behandeling bij deze patiëntengroep.
  • Het gesprek met de patiënt over de wensen en mogelijkheden ten aanzien van medicamenteuze behandeling is de basis voor alle verdere stappen en moet onderdeel zijn van de periodieke medicatiebeoordeling.
Auteursinformatie

Jeroen Bosch Ziekenhuis, afd. Geriatrie, ’s-Hertogenbosch.

Prof.dr. R.J. van Marum, klinisch geriater en klinisch farmacoloog (tevens: VUmc, afd. Huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde, Amsterdam).

Radboudumc, afd. Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen.

Prof.dr. R.T. Koopmans, specialist ouderengeneeskunde (tevens: Stichting De Waalboog, Nijmegen).

Apotheek Stevenshof, Leiden.

Prof.dr. M. Bouvy, openbaar apotheker (tevens: Universiteit Utrecht, departement Farmaceutische Wetenschappen, Utrecht).

Contact prof.dr. R.J. van Marum (r.v.marum@jbz.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Rob J. van Marum ICMJE-formulier
Raymond T. Koopmans ICMJE-formulier
Marcel Bouvy ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Dementie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties