Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in de opkomstverschillen voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, tussen vrouwen uitgenodigd door de huisarts en vrouwen uitgenodigd door de GGD. Specifiek werd gekeken naar de groepen die doorgaans minder dan gemiddeld deelnemen.
Opzet
Beschrijvend epidemiologisch onderzoek.
Methode
In de periode 2000-2003 waren in Zuidwest-Nederland 237.719 vrouwen van 30-60 jaar uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, 37,1 door de huisarts en 62,9 door de GGD. Gegevens werden betrokken uit het Cervix Informatie Systeem van de GGD’s. Met lineaire regressie werden verschillen in opkomstpercentage onderzocht in de groepen die waren uitgenodigd door een huisarts dan wel een GGD. Participatie werd gedefinieerd als het aantal vrouwen van wie een uitslag van een uitstrijkje bekend was, gedeeld door het aantal dat was uitgenodigd.
Resultaten
Na een uitnodiging door de huisarts was de participatie voor de gehele populatie 7,9 (95-BI: 7,5-8,3) hoger dan na uitnodiging door de GGD. Het verschil was groter in de groep vrouwen geboren in Marokko, Turkije, Suriname en de Nederlandse Antillen/Aruba (17,2; 95-BI: 15,2-19,2), bij vrouwen uit de laagste leeftijdsgroep (11,9; 95-BI: 10,8-13,0), bij vrouwen met een lage sociaal-economische status (11,6; 95-BI: 10,4-12,7) en bij vrouwen woonachtig in een sterk stedelijk gebied (13,0; 95-BI: 12,3-13,6). De verschillen waren het grootst bij niet-westerse vrouwen die tevens tot een andere beperkt deelnemende groep behoorden, namelijk 20,8 (95-BI: 16,8-24,9) voor degenen in de laagste leeftijdsgroep en 19,0 (95-BI: 16,7-21,2) bij een (zeer) sterk stedelijk woongebied.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2339-43
Reacties