Samenvatting
– In Nederland worden per jaar ruim 100 nieuwe gevallen van uveamelanoom geconstateerd.
– Als er geen metastasen zijn, is oogsparende behandeling in principe mogelijk. Sinds 1984 worden Nederlandse patiënten voor oogsparende behandeling verwezen naar het Academisch Ziekenhuis Leiden, waar zodoende veel ervaring werd opgedaan.
– Voor brachytherapie (met Ruthenium-106-applicatoren) komen alleen de uveamelanomen met een diameter ≤ 15 mm en een dikte loodrecht op de sclera ≤ 5 mm in aanmerking; na 10 jaar bleef het oog bij 80 van de patiënten gespaard; 75 behield een visus ≥ 0,25.
– Protonenbestraling wordt toegepast bij grote, sterk prominerende melanomen waarbij enucleatie voor de patiënt niet aanvaardbaar is, bijvoorbeeld bij een melanoom in het enige nog functionerende oog. De kans om het oog te behouden was 83,3 over een periode van 5 jaar.
– Transpupillaire thermotherapie in combinatie met episclerale Ruthenium-106-applicatie wordt sandwichtherapie genoemd; bij een onderzoek met 50 patiënten gingen 49 melanomen (98) binnen 4 weken in regressie en na een follow-upperiode van 12 maanden waren alle tumoren met een dikte < 5 mm volledig in regressie gegaan.
Reacties