Onverwacht hoge sterfte na acute ziekenhuisopname van ouderen met een blanco medische voorgeschiedenis

Onderzoek
Y.M. Smulders
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:1417-9
Abstract

Samenvatting

Doel

Te onderzoeken of een blanco medische voorgeschiedenis een gunstige of ongunstige voorspeller is van het risico van overlijden bij acute ziekenhuisopname van oudere patiënten.

Opzet

Descriptief, retrospectief.

Methoden

Bestudeerd werden de opname- en ontslaggegevens van alle patiënten van 75 jaar of ouder die acuut werden opgenomen op de afdeling Inwendige Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam, in de periode 1998-1999. De volgende gegevens werden geregistreerd: leeftijd, geslacht, medische voorgeschiedenis, diagnose bij opname en overleving tot ontslag.

Resultaten

Van de 460 bestudeerde patiënten (201 mannen en 259 vrouwen; leeftijd: 74-100 jaar; mediaan: 82) hadden er 25 (5,4) een blanco medische voorgeschiedenis. De totale opname-gerelateerde sterfte bedroeg 17 (80/460). De sterfte bedroeg bij patiënten zónder medische voorgeschiedenis 48 (12/25) en bij patiënten mét een medische voorgeschiedenis 16 (68/435). Het verschil in sterftepercentage bedroeg dus 32 (95-BI: 14-51; p = 0,001) in het nadeel van patiënten met een blanco voorgeschiedenis. De voor leeftijd en geslacht gecorrigeerde oddsratio voor sterfte bedroeg voor patiënten met een blanco voorgeschiedenis 4,0 (95-BI: 1,7-9,4).

Conclusie

Een blanco medische voorgeschiedenis lijkt een ongunstig prognostisch gegeven bij acuut opgenomen oudere patiënten.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Inwendige Geneeskunde, Amsterdam.

Contact Dr.Y.M.Smulders, internist-nefroloog (y.smulders@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, augustus 2002,

Aangezien ik ouder ben dan 75 jaar en bepaald geen blanco medische voorgeschiedenis heb, kan ik me met een gerust hart laten opnemen in het Academisch Medisch Centrum (AMC). Dit zou men althans kunnen concluderen na kennis te hebben genomen van het artikel van Smulders (2002:1417-9). Desondanks ga ik proberen zo'n opname zo lang mogelijk uit te stellen. De aangereikte gegevens in dit artikel zijn waarschijnlijk wel juist, en het ligt dan ook voor de hand dat als men met een dergelijk onverwacht resultaat wordt geconfronteerd, de vraag opkomt naar de oorzaak van de hogere sterfte van ouderen die niet eerder ziek waren en die in het AMC belandden. De vraag is natuurlijk gerechtvaardigd of andere (academische) ziekenhuizen net zo funest zijn voor ‘gezonde’ bejaarden als het AMC, maar daar waagt de auteur zich niet aan. Dat iemand op basis van deze hoogst merkwaardige gegevens kan concluderen dat een blanco medische voorgeschiedenis een ongunstig prognostisch gegeven is, zonder zich druk te maken over andere mogelijke en meer voor de hand liggende verklaringen, begrijp ik niet; waarmee wordt aangetoond dat 75-plussers met een medische voorgeschiedenis niet moeten proberen de huidige ‘wetenschap’ te begrijpen.

F.L. Meijler

Amsterdam, augustus 2002,

Zoals in het artikel wordt gememoreerd was de totale sterfte van acuut opgenomen oudere patiënten in het AMC conform de in de literatuur gerapporteerde sterfte voor deze patiëntengroep. De zorg was in zijn algemeenheid dus niet slechter dan men zou mogen verwachten. Dat er pogingen zijn ondernomen om subgroepen te identificeren waarin de zorg zou kunnen worden verbeterd, kan de kwaliteit alleen maar ten goede komen. Wegens een volledig gebrek aan vergelijkingsmateriaal kan men ook niet stellen dat de zorg voor ouderen met een blanco voorgeschiedenis in het AMC slechter was dan elders. Voorts ben ik van mening dat de methodologische beperkingen van de data, alsmede de onzekerheden omtrent de interpretatie van de uitkomsten, beide op voldoende genuanceerde wijze aan bod zijn gekomen.

Y.M. Smulders