Samenvatting
Leukotriënen zijn belangrijke ontstekingsmediatoren bij de pathofysiologie van astma.
Antileukotriënen lijken geschikte farmaca vanwege hun bronchusverwijdende en stabiliserende werking.
Twee categorieën van deze nieuwe anti-astmamiddelen werden onlangs in verschillende landen geregistreerd: leukotrieenreceptorantagonisten en leukotrieensyntheseremmers. Beide soorten farmaca bieden vergelijkbare bescherming tegen verschillende luchtwegvernauwende stimuli (allergeen, inspanning, acetylsalicylzuur).
Ook hebben deze middelen gunstige klinische effecten bij astma, zoals blijkt uit een aanzienlijke verbetering van longfunctiegraadmeters en symptoomscores en uit een afname van de behoefte aan β2-adrenerge agonisten en corticosteroïden; tevens zijn er aanwijzingen voor ontstekingsremmende effecten.
Vanwege deze eigenschappen en de relatief geringe bijwerkingen lijken antileukotriënen goede toepassingsmogelijkheden te hebben bij patiënten met verschillende gradaties van astma, ook bij kinderen.
De definitieve plaats van deze farmaca bij de behandeling van astma hangt nog af van de langetermijneffecten op de chronische luchtwegontsteking, die de structurele veranderingen van de luchtwegen en daarmee de ernst van de klinische verschijnselen bepaalt.
Reacties