Nieuwe ontwikkelingen in diagnostiek en behandeling wegens de extra-uteriene graviditeit

Klinische praktijk
F. van der Veen
J.V.Th.H. Hamerlynck
H.V. Hogerzeil
F.B. Lammes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:2020-3

Inleiding

De extra-uteriene graviditeit (EUG) stelt de huisarts en de gynaecoloog nog steeds voor een grote diagnostische uitdaging, omdat patiënten mèt en zònder EUG op grond van anamnese en onderzoek niet altijd gemakkelijk kunnen worden onderscheiden.1 De angst voor de potentieel levenbedreigende aandoening en de diagnostische moeilijkheden hebben tot gevolg dat een EUG veel vaker wordt vermoed dan ze werkelijk voorkomt.2 Nochtans wordt de diagnose soms te laat gesteld. Het klinisch vermoeden op grond van anamnese en onderzoek is derhalve weinig sensitief en weinig specifiek. Aanvullend onderzoek, bestaande uit zwangerschapstests, echografie en laparoscopie, is dan ook altijd noodzakelijk om tot een juiste diagnose te komen.

De introductie van zeer gevoelige bepalingen van humaan choriongonadotrofine (HCG) in bloed en urine, de sterk verbeterde kwaliteit van de abdominale echografie en vooral van de vaginale echografie, hebben het mogelijk gemaakt de EUG in een zeer vroeg stadium vast te stellen. Het…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.F.van der Veen, dr.J.V.Th.H.Hamerlynck, H.V.Hogerzeil en prof.dr.F.B.Lammes, gynaecologen.

Contact dr.F.van der Veen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties