Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Nieuw onderzoek naar de praktijk, de melding en de toetsing van euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde, 2001/'02

Perspectief
G. van der Wal
P.J. van der Maas
B.D. Onwuteaka-Philipsen
A. van der Heide
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:1802-6
Abstract
Abstract
Sluiten
New study into the practice, reporting and review of euthanasia and other medical end-of-life decisions, 2001/2002.

- In the second half of 2001, an extensive study will start which will evaluate the review procedure for euthanasia in the Netherlands. Since the end of 1998, euthanasia has to be reviewed by regional review committees, which include a physician and an ethicist, in addition to a legal expert. The aim of this study is to examine whether the reporting procedure meets the aim and whether there are any points which require improvement. This study follows on from those carried out in 1990/1991 and 1995/1996, which investigated euthanasia and other medical end-of-life decisions (assisted suicide, termination of life without the patient's explicit request, treatment of pain and symptoms with a possible life-shortening effect, and forgoing potentially life-prolonging treatment).

The study consists of an analysis of cases of death (in which the numbers and nature of various medical end-of-life decisions will be established), physician interviews (to gain insight into the context in which medical end-of-life decisions are made), a study of reported cases (to give an overview of doctors’ experiences with the review committees), and a study carried out amongst the general public (around 1,500 Dutch adults will be given a written questionnaire about their opinions concerning medical end-of-life decisions and the reporting procedure).

In addition to this Dutch study, a European study subsidised by the European Commission is being carried out which will examine attitudes and experiences regarding medical end-of-life decisions in six European countries (Belgium, Denmark, Italy, the Netherlands, Sweden and Switzerland). This will, for the first time, enable a true comparison to be made between the Netherlands and other countries in terms of euthanasia and other medical end-of-life decisions.

Samenvatting

In de tweede helft van 2001 begint een omvangrijk onderzoek voor de evaluatie van de toetsingsprocedure voor euthanasie in Nederland. Sinds eind 1998 verloopt de toetsing van euthanasie via regionale toetsingscommissies, waarin naast een jurist een arts en een ethicus zitting hebben. De onderzoeksvraag is of de meldingsprocedure aan het doel beantwoordt en of er aanknopingspunten voor verbetering zijn. Dit onderzoek volgt op de onderzoeken uit 1990/'91 en 1995/’96 naar euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde (hulp bij zelfdoding, levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk verzoek van de patiënt, pijn- en symptoombestrijding met levensbekorting als mogelijk neveneffect, en het afzien van mogelijk levensverlengende behandelingen).

Het onderzoek bestaat uit een sterfgevallenonderzoek (daarin worden de omvang en de aard van de verschillende medische beslissingen rond het levenseinde vastgesteld), artseninterviews (om inzicht te krijgen in de context waarin medische beslissingen rond het levenseinde plaatsvinden), onderzoek van gemelde gevallen (om de ervaringen van artsen met de toetsingscommissies in beeld te brengen), en publieksonderzoek (circa 1500 volwassen Nederlanders krijgen een schriftelijke vragenlijst over hun opvattingen omtrent medische beslissingen rond het levenseinde en de meldingsprocedure).

Naast dit onderzoek loopt een door de Europese Commissie gesubsidieerd Europees onderzoek naar attituden tegenover en ervaring met medische beslissingen rond het levenseinde in 6 Europese landen (België, Denemarken, Italië, Nederland, Zweden en Zwitserland). Dat zal voor het eerst de mogelijkheid geven tot een werkelijke vergelijking tussen Nederland en andere landen op het gebied van euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde.

Artikelinformatie
Aanvaard op

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:1802-6
Vakgebied
Onderwijs en Methodologie
Publieke gezondheidszorg
Auteursinformatie

Vrije Universiteit Medisch Centrum, afd. Sociale Geneeskunde, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam.

Prof.dr.G.van der Wal, sociaal-geneeskundige; mw.dr.B.D.Onwuteaka-Philipsen, gezondheidswetenschapper.

Erasmus Universiteit, Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Rotterdam.

Prof.dr.P.J.van der Maas en mw.dr.A.van der Heide, artsen-epidemiologen.

Contact mw.dr.B.D.Onwuteaka-Philipsen (emgo@med.vu.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties