Samenvatting
In de periode januari 1988 tot en met februari 1989 werden 14 patiënten opgenomen wegens meningokokkensepsis, van wie 10 personen zijn overleden. Bij één van de 4 patiënten die herstelden, ontstond necrose van handen en een voet. De meest voorkomende ziekteverschijnselen bij het eerste contact met een arts waren algemene malaise, koorts, sufheid, petechiën en (of) purpura fulminans. Het foudroyante beloop wordt geïllustreerd door het grote aantal reanimaties bij opname of kort daarna en door de korte tijdsduur tot overlijden.
De sterfte aan meningokokkeninfectie wordt zelden veroorzaakt door de meningitis. Patiënten overlijden meestal aan de septische shock, nog voordat zich het klinische beeld van meningitis heeft ontwikkeld. De alarmerende symptomen van een meningokokkeninfectie zijn dan ook niet die van de meningitis, maar van de sepsis. Nekstijfheid en hoofdpijn komen weinig voor. De alarmerende symptomen zijn: koorts en sufheid, in combinatie met petechiën en (of) purpura fulminans. Het ziektebeeld kent een zeer foudroyant beloop, zodat acute opname geïndiceerd is. Directe behandeling gericht op de infectie en de septische shock is van levensbelang.
Reacties