Inleiding
Het hormoon insuline induceert in cellen een veelheid van reacties. De belangrijkste zijn: de stimulatie van de glucose-opname in spier- en vetweefsel, de activatie van de eiwit- en de DNA-synthese, de opbouw van glycogeen en de remming van de lipolyse. Al deze reacties zijn het gevolg van activatie van de insulinereceptor door insulinebinding.
De structuur van de insulinereceptor is schematisch in figuur 1 weergegeven. De insulinereceptor is een heterotetrameer die bestaat uit 2 ?– en 2 ?-ketens. De ?-ketens binden insuline en zijn volledig extracellulair gelegen; ze zijn onderling verbonden door disulfidebruggen. De ?-ketens overspannen de celmembraan en zijn elk met een ?-keten verbonden, eveneens door disulfidebruggen. Het intracellulaire deel van de ?-keten is een tyrosinekinase.
Zonder insuline is de tyrosinekinase inactief. Als insuline bindt aan de ?-keten, vindt een conformatieverandering plaats in de hele insulinereceptor, waardoor de tyrosinekinase wordt geactiveerd. In geactiveerde vorm is de tyrosinekinase in staat…
Reacties