De overheid wil de kosten van de gezondheidszorg beteugelen. Tegelijkertijd wordt het personeelstekort in de zorg steeds nijpender. Deze omstandigheden dwingen zorgverleners dagelijks om te kiezen welke zorg zij nog wel kunnen bieden, en welke niet. In de serie ‘Verdeelvraagstukken’ onderzoekt het NTvG welke rol schaarste kan of moet gaan spelen in zorg, op beleidsniveau en in het gesprek tussen zorgverlener en patiënt.
Het Zorginstituut wil dat zorgverlener en patiënt in gesprek gaan over schaarste. Hoe wenselijk is dat? Gert Jan van der Wilt laat zien dat het al gauw wringt. Zoals bij de vraag of het dure middel risdiplam moet worden voorgeschreven aan een kind met spinale musculaire atrofie.
Samenvatting
In het kader van het programma ‘Passende Zorg’ heeft het Zorginstituut er onder meer voor gepleit dat schaarste in de zorg ook onderwerp van gesprek mag worden tussen zorgverlener en patiënt. In dit artikel wordt de wenselijkheid van dit voorstel verkend. Dit wordt gedaan aan de hand van een nieuw en duur geneesmiddel voor de behandeling van kinderen met spinale musculaire atrofie, risdiplam.
Reacties