Minimaal invasieve anti-refluxchirurgie

Opinie
J.J.B. van Lanschot
L.Th. de Wit
J. Ringers
H.G. Gooszen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1524-6

In de westerse maatschappij komt gastro-oesofageale-refluxziekte vaak voor. Van de totale bevolking ervaart 7-10 dagelijks en 35-40 ten minste eenmaal per maand zuurbranden.1 De ziekte gaat vaak gepaard met hinderlijke klachten en leidt bij 5-10 van de patiënten tot een ernstige erosieve of ulceratieve oesofagitis (graad 3 en 4) en strictuurvorming.2

De behandeling omvat het geven van leefregels en is daarnaast primair medicamenteus. Met het beschikbaar komen van krachtige zuurremmende farmaca (H2-receptorantagonisten, protonpompremmers) zijn de resultaten van een dergelijke conservatieve behandeling aanzienlijk verbeterd. Bij een deel van de patiënten is de ziekte echter refractair ten aanzien van medicamenteuze therapie. Zo heeft naar schatting ongeveer de helft van de patiënten met reflux-oesofagitis graad 3 na 1 jaar continue behandeling met omeprazol nog of weer ziekteverschijnselen.3 Verder recidiveert de ziekte vrijwel altijd zodra de onderhoudsmedicatie wordt gestaakt.24 Anti-refluxmedicatie is immers een symptomatische behandeling, die geen…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Chirurgie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.J.J.B.van Lanschot en dr.L.Th.de Wit, chirurgen.

Academisch Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Leiden.

J.Ringers, chirurg.

Academisch Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Utrecht.

Prof.dr.H.G.Gooszen, chirurg.

Contact dr.J.J.B.van Lanschot

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties