Samenvatting
Doel
Onderzoeken of etnische verschillen in de wetenschappelijke onderbouwing van standaarden van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) worden genoemd en of deze etnische verschillen hun weerslag vinden in de standaarden zelf.
Opzet
Analyse van gepubliceerde informatie.
Methode
Bestudering van de wetenschappelijke onderbouwing van de NHG-standaarden over diabetes mellitus type 2, hypertensie en over astma bij volwassenen. Relevante opmerkingen over etnische verschillen werden vergeleken met de inhoud van de standaard.
Resultaten
Verschillende relevante etnische verschillen werden genoemd in de wetenschappelijke onderbouwing van de NHG-standaarden. Voor diabetes mellitus type 2 waren dat prevalentieverschillen en verschillen in het klinische beloop. Voor astma betrof het longinhoudverschillen en voor hypertensie verschillen in prevalentie, klinisch beloop, respons op medicatie en gevoeligheid voor zoutbeperking. De NHG-standaarden zelf noemden een hogere prevalentie van diabetes bij Hindoestanen en adviseerden eerdere screening bij deze groep. De astmastandaard meldde dat de longinhoud etnisch bepaald is en de hypertensiestandaard noemde geen etnische verschillen.
Conclusie
Een beperkt aantal etnische verschillen uit de wetenschappelijke onderbouwing vond zijn weerslag in de NHG-standaarden over diabetes mellitus type 2, hypertensie en over astma bij volwassenen. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn dat informatie pas wordt opgenomen als het wetenschappelijk bewijs is uitgekristalliseerd en dat het onderscheid op het punt van etniciteit maatschappelijk en politiek onwenselijk wordt bevonden. Een mogelijke consequentie hiervan is een ineffectieve of suboptimale zorg aan etnische minderheden.
Reacties