Samenvatting
Doel
Beschrijven van de resultaten in het Ziekenhuis Gelderse Vallei te Ede van milde therapeutische hypothermie (MTH) na reanimatie.
Opzet
Beschrijvend, retrospectief.
Methode
Gegevens werden verzameld over de patiënten die MTH hadden ondergaan in de eerste 2 jaar na implementatie van deze behandeling op de intensivecareafdeling (ic) van het Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede. Voor de beschrijving gebruikten wij de patiëntenkenmerken, de aard van de hartstilstand (ventrikelfibrilleren of een andere ritmestoornis), plaats waar de patiënt de hartstilstand had gekregen (binnen of buiten het ziekenhuis), reanimatiegegevens, bijwerkingen van de behandeling, de sterfte en de neurologische uitkomsten.
Resultaten
Gedurende de periode van april 2005-juli 2007 werden 67 patiënten behandeld met MTH. De ziekenhuissterfte van deze groep patiënten bedroeg 81%. In de subgroep met ventrikelfibrilleren als initieel hartritme was de sterfte 76%, in de subgroep met een ander hartritme 89%. De sterfte onder de patiënten die buiten het ziekenhuis werden gereanimeerd, was vergelijkbaar met die onder de patiënten die in het ziekenhuis waren gereanimeerd (80 versus 83%). De patiënten die uit het ziekenhuis konden worden ontslagen, hadden een goede neurologische uitkomst (gemiddelde 'Pittsburg cerebral performance category'-score: 1,9; 95%-BI: 1,6-2,2).
De belangrijkste complicaties tijdens MTH waren elektrolytstoornissen en beademingspneumonie.
Conclusie
De implementatie van MTH op de ic van het Ziekenhuis Gelderse Vallei is zonder grote problemen verlopen. Hoewel de sterfte onder patiënten na reanimatie relatief hoog was, hadden de patiënten die uiteindelijk levend het ziekenhuis verlieten een goede neurologische uitkomst.
Reacties