Samenvatting
Doel
Vaststellen in welke mate Turken, Marokkanen en Surinamers van Nederlanders verschillen in gezondheidsproblemen, waarbij gecontroleerd wordt voor de invloed van relevante achtergrondkenmerken.
Opzet
Secundaire analyse.
Plaats
Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL), Utrecht.
Patiënten en methoden
In 1987/'88 hadden 161 huisartsen en hun assistentes in 103 praktijken al hun patiëntencontacten geregistreerd gedurende 3 maanden in het kader van de ‘Nationale studie van ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk’. Voor onderhavig onderzoek werd gebruikgemaakt van gegevens van 1165 Turken, 853 Marokkanen, 1355 Surinamers en 1471 Nederlanders (een steekproef van 1) van 18 tot 65 jaar. Verschillen in gezondheidsproblemen (klachten en diagnosen) werden vastgesteld door middel van logistischeregressieanalyse. In de analysen werd gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, opleiding, arbeidssituatie, samenlevingsvorm, verzekeringsvorm, regio en urbanisatiegraad.
Resultaten
Het klachten- en diagnosepatroon van migranten kwam op veel punten overeen met dat van Nederlanders, maar er waren ook duidelijke verschillen. Surinamers verschilden het meest. Maag-darmproblemen, zowel acuut als chronisch, oogproblemen, acute problemen van het bewegingsapparaat, met name myalgia/fibrositis, luchtweginfecties en eczeem kwamen bij alle 3 migrantengroepen vaker voor. Surinamers hadden meer diagnosen in de categorieën bloed en endocriene/ metabole aandoeningen (diabetes mellitus), Marokkanen hadden minder diagnosen van het hart- en vaatstelsel (hypertensie). Turken en Surinamers hadden meer sociale problemen, terwijl Surinamers daarnaast ook meer psychische problemen hadden.
Conclusie
Migranten hebben op een aantal terreinen meer gezondheidsproblemen dan Nederlanders, die wat achtergrondkenmerken betreft met hen vergelijkbaar zijn. Er is hier duidelijk sprake van een ‘etnische’ factor.
Reacties