Meer gezondheid door statinen bij de drogist

Klinische praktijk
S. Thomas
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1404
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 1405.

Hoe vaak hebt u, lezer, zich de afgelopen jaren voorgenomen uw leefstijl te veranderen: afvallen, meer bewegen, stoppen met roken of gezonder eten? Waarschijnlijk meer dan eens. En hoe vaak is u dat gelukt? Waarschijnlijk niet vaak en niet blijvend. In dat opzicht lijkt u precies op de patiënten die u vrijwel dagelijks deze preek ter preventie van hartvaatziekten voorhoudt. ‘Preken’ verwijst naar morele axioma’s: onbetwist wenselijk, maar als mens schiet je altijd tekort. En het klassieke gevolg is ‘nog even niet’.

Hart- en vaatziekten vormen een van de belangrijkste oorzaken van ziekte en sterfte in onze samenleving. Preventie daarvan stoelt op een tweetrapsbenadering. De eerste is een verandering van leefstijlfactoren – altijd en voor iedereen aanbevolen. Voor hoogrisicogroepen wordt daar behandeling met medicamenten aan toegevoegd.1 Medicatie is het effectiefst. Bij hoogrisicodragers kan hiermee de schade met de helft worden verminderd…

Auteursinformatie

Erasmus MC-Centrum, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Contact Hr.prof.dr.S.Thomas, huisarts (s.thomas@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

W.M.
Lijfering

Groningen, juni 2007,

Naar mijn gevoel werd in de bijdragen van collega’s Thomas (2007:1404) en Stalenhoef (2007:1405) een punt over het hoofd gezien: waarom zouden wij vanaf ons 55e jaar een pil moeten slikken? Zelfs als men als arts geen andere mogelijkheid ziet dan preken in de spreekkamer, zoals Thomas beschrijft, omdat de patiënt anders niet naar advies wil luisteren, dan is het zeer de vraag of men dat preken achterwege zou kunnen laten met de wonderpil die ‘statine’ heet. Zo bestaat er geen duidelijkheid of het slikken van deze pil werkelijk effectief is voor de preventie van hart- en vaatziekten binnen de algemene populatie, immers, een kleine reductie van het risico op ziekte betekent ook dat veel mensen onnodig een pil slikken, statistisch gezegd: het ‘number needed to treat’ (NNT) is hoog, terwijl elk medicijn ook bijwerkingen heeft, zodat een patiënt wel eens van de regen in de drup kan belanden. Echter, wat vooral telt, is dat de patiënt of burger een verantwoordelijkheid wordt ontnomen. In Aldous Huxleys boek Brave new world bestaat ook een wonderpil (‘soma’), waarmee iedereen gelukkig is. Toch krijgt men als lezer het gevoel dat die wereld ellendig is. Waarom? Omdat alle verantwoordelijkheid van mensen in die samenleving voor een gelukkig leven ontnomen wordt door een pil. Is dat ook waar wij naartoe moeten? Willen wij ons de verantwoordelijkheid voor een gezond leven laten ontnemen door een pillenfabrikant?

Daarnaast, stel dat een statine beschermt tegen de dood – en dat is toch wat de farmaceuten ons willen laten geloven – gaat het dan om een goed middel dat iedereen vanaf een bepaalde leeftijd moet gaan slikken? Alleen als wij het erover eens zijn dat doodgaan slecht is voor mensen. Misschien dat iemand in de bloei van zijn leven dat vindt, maar wanneer men dat aan de beoogde doelgroep vraagt, (hoog)bejaarde mensen dus, is het dan waarschijnlijk dat zij het jammer vinden dat zij niet vanaf hun 55e een pil hebben mogen slikken die hen nog jaren zou laten leven? Wat krijgen zij voor die extra levensjaren terug? Er zijn veel echtparen die 90-plus zijn, nog steeds in hun eigen huis wonen, zich niet overmatig zorgen maken over de dood en dagelijks hun eigen kost koken met een beetje groente, fruit en vlees. Liever zo’n leven, dan een pil die iemand dagelijks op zijn nachtkastje ziet liggen, met de angst dat als hij die pil niet slikt, het wel eens zijn leven kan kosten.

W.M. Lijfering

Rotterdam, juli 2007,

Uiteraard vind ik niet dat iedereen een pil moet slikken vanaf het 55e levensjaar en evenmin wil ik de verantwoordelijkheden van burgers wegnemen. Ik stel voor om uitsluitend mensen die dat zelf willen in de gelegenheid te stellen het werkzame ‘vitamine’ statine te slikken, welk motief zij daar ook voor willen hanteren. Het NNT is bij niet-bekende lijders aan hart- of vaatziekten inderdaad groot, maar vrijwel zeker veel kleiner dan bij de gebruikers van vitaminepreparaten die zo’n grote aftrek vinden via de drogist. Er zijn veel mensen die ervoor kiezen om op eigen initiatief iedere dag preventief vitaminen in te nemen. Zij voelen zich gelukkig bij de gedachte om op deze manier de verantwoordelijkheid te nemen en zich in te spannen om gezond te blijven. Wie ben ik om hun de kans op profijt van een statine te ontzeggen? Voor eventuele bijwerkingen geldt tenslotte: de kans erop is klein en als iemand ze krijgt, stopt hij toch met het gebruik?

S. Thomas

Hoofddorp, juli 2007,

Zowel collega Thomas (2007:1404) als collega Stalenhoef (2007:1405) benadrukt het belang van het positief beïnvloeden van leefstijlfactoren om morbiditeit en mortaliteit door hart- en vaatziekten in onze samenleving te reduceren. Stalenhoef vreest onderbehandeling bij hoogrisicopatiënten en het risico van bijwerkingen door het gebruik van statinen. Thomas schrijft dat de ‘polypil’ helaas nog niet beschikbaar is. Zoals altijd ligt de waarheid in het midden: sinds vorig jaar is de ‘combipil’ beschikbaar voor 50-plussers. Deze combipil bevat een statine in lage dosering, een angiotensine II-antagonist en acetylsalicylzuur. Tevens is er een combipil plus: aan de combipil is metformine toegevoegd voor obese patiënten.

Aspirant-gebruikers kunnen zich via internet aanmelden en worden vervolgens door een arts gezien. Afhankelijk van de uitkomst van het lichamelijk onderzoek en de laboratoriumwaarden (nulmeting) komen zij in aanmerking voor de combipil dan wel de combipil plus. Na 14 dagen en na 1 jaar volgt een 2e respectievelijk 3e laboratoriumcontrole. Op deze wijze wordt voorkomen dat hoogrisicopatiënten onderbehandeld worden en worden bijwerkingen tijdig gesignaleerd.

Wij vinden dat op deze wijze tegemoet wordt gekomen aan de vraag om vroegtijdige interventie bij hart- en vaatziekten. Wij benadrukken uiteraard dat het van belang is een ongezonde leefstijl te veranderen.

H. Rol

Rotterdam, augustus 2007,

Dit ingezonden kan worden gekenschetst als een advertentie voor een commercieel initiatief van de inzender. De ‘combipil’ van Rol schurkt alleen wat de naam betreft aan tegen de theoretisch veelbelovende ‘polypil’. In tegenstelling tot het fraaie, maar slechts conceptueel bestaande origineel betreft zijn product niet één enkele pil, maar vier verschillende, dus apart in te nemen middelen en vormt daarmee al een eerste breuk met het beoogde doel van ‘one pill a day keeps the doctor away’. Een tweede, belangrijkere breuk is de samenstelling: een angiotensine II-antagonist en metformine maken geen deel uit van het polypilconcept. Rol bedrijft met zijn actie een zelfverzonnen preventie-experiment bij gezonde personen zonder wetenschappelijke onderbouwing of inbedding; kennelijk via een maas in de wetgeving, die ongecontroleerde experimenten niet toestaat.

Voor geïnteresseerden in het oorspronkelijke polypilconcept kan worden gemeld dat dit jaar door een gerenommeerd Nieuw-Zeelands onderzoeksinstituut een eerste uitvoerbaarheidsstudie wordt gestart naar de werkzaamheid en de bijwerkingen van een uit vier middelen samengestelde ‘pil’ als voorbereiding op een later uit te voeren trial met klinisch belangrijke uitkomstmaten (http://www.ctru.auckland.ac.nz/content/view/37/35). Dit is de enige goede manier om de polypil werkelijk beschikbaar te krijgen.

S. Thomas