Malformatie van de V. cava inferior, een risicofactor voor diepveneuze trombose

Klinische praktijk
Robert C. Minnee
Saskia Middeldorp
Dink A. Legemate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B191
Abstract

Dames en Heren,

Een congenitale malformatie van de V. cava inferior (VCI) is een relatief onbekende risicofactor voor het ontstaan van diepveneuze trombose (DVT). De prevalentie van congenitale veneuze malformaties wordt geschat op 0,3-1% van de bevolking.1-3 Bij ongeveer 50% van de patiënten is een malformatie van de VCI aanwezig. Vanwege de vele transformaties tijdens de embryonale ontwikkeling kunnen anatomische variaties ontstaan, zoals een dubbele of linkszijdige VCI, een afwezig hepatisch segment van de VCI of een afwezige VCI.4,5

Sinds een aantal jaren is bekend dat een congenitale veneuze malformatie een risicofactor is voor het optreden van DVT.6-8 Vooral vertraging van de bloedstroom is hier debet aan. Echter, DVT wordt beschouwd als een multicausale ziekte, waarbij verandering in de vaatwand en de bloedsamenstelling eveneens een rol spelen – de zogenaamde trias van Virchow.9

In deze les bespreken wij 3 ziektegeschiedenissen van patiënten met DVT bij wie…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Chirurgie, Amsterdam.

Drs. R.C. Minnee, arts-onderzoeker; prof.dr. D.A. Legemate, vaatchirurg en epidemioloog.

Leids Universitair Medisch Centrum, afdeling Klinische Epidemiologie, Leiden.

Contact Dr. S. Middeldorp, internist (s.middeldorp@lumc.nl)

Verantwoording

Drs. C.Y. Nio, radioloog, beoordeelde de radiologische bevindingen.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 22 december 2008

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties