Lipoproteïnelipase

Klinische praktijk
J.J.P. Kastelein
T. Bruin
J.W. ten Cate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:727-30

Zie ook de artikelen op bl. 723 730 734en 739.

Inleiding

Het enzym lipoproteïnelipase (LPL; triacylglyceroproteïnehydrolase, EC 3.1.1.34) zorgt voor de afbraak van triglyceriderijke lipoproteïnen in de circulatie, waarbij vrije vetzuren en monoglyceriden ontstaan die vervolgens voor oxydatie in spiercellen worden opgenomen of opgeslagen als energievoorraad in vetcellen.12

LPL wordt gesynthetiseerd in parenchymcellen van veel organen, maar is eerst functioneel na secretie en binding aan heparineachtige moleculen, glycosaminoglycanen, die zich aan de luminale zijde van de endotheelcelmembraan bevinden.3 LPL heeft een belangrijke affiniteit voor heparine, intraveneuze toediening van dit anticoagulans verdringt het LPL uit zijn binding aan het endotheelceloppervlak door competitie met de binding aan glycosaminoglycanen.4

De toegenomen activiteit van het enzym in plasma en daarbij optredende versnelde afbraak van triglyceriden en chylomicrons na intraveneuze heparinetoediening werd voor het eerst door Hahn beschreven in 1943.5 Waarschijnlijk berust de toegenomen activiteit van LPL hierbij…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Hematologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.J.J.P.Kastelein en prof.dr.J.W.ten Cate, internisten; T.Bruin, biochemicus.

Contact prof.dr.J.W.ten Cate

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties