Samenvatting
In de periode augustus 1989-augustus 1992 werden op de afdeling Intensive Care Pasgeborenen van het Academisch Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam 4 kinderen opgenomen met een leverruptuur. Twee pasgeborenen waren in stuitligging geboren, 2 via een sectio caesarea wegens foetale nood. Alle 4 hadden zij een Apgar-score van < 5 na 1 min en van < 8 na 5 min en kunstmatige beademing was gedurende langere tijd noodzakelijk. Alle kinderen raakten binnen 6 h na de geboorte in shock. Wegens de slechte klinische toestand werd van operatieve behandeling afgezien en werd conservatieve behandeling ingesteld. De belangrijkste klinische verschijnselen waren: plotseling optredende bleekheid, ernstige hypotensie, tachycardie en toename van de buikomvang. Echografisch onderzoek van het abdomen bevestigde de klinische diagnose ‘leverruptuur’. Ondanks de snelle diagnostiek en de maximale conservatieve behandeling overleden 3 van de 4 patiënten. Bij klinisch relevante leverrupturen bij de pasgeborene die gepaard gaan met een sterke intra-abdominale bloeding dient een poging tot operatieve behandeling ondernomen te worden.
Reacties