Samenvatting
Doel
Verkrijgen van inzicht in kerncijfers van SEH’s in Nederland en de ontwikkelingen hiervan.
Opzet
Longitudinale inventarisatie-studie.
Methode
Over de periode 2012-2015 werden de volgende kerngegevens geïnventariseerd: aantal SEH’s, aantal patiënten, herkomst van patiënten, aantal ziekenhuisopnames vanaf de SEH en samenwerkingsvorm van de SEH met de huisartsenpost (HAP).
Resultaten
Van gemiddeld 96% van de SEH-locaties werden gegevens verkregen. Het aantal SEH’s daalde van 93 tot 87. Het percentage SEH’s dat een samenwerkingsverband had met een HAP in het ziekenhuis nam toe van 49 naar 79. Het totale aantal patiënten dat jaarlijks in Nederland op een SEH werd gezien nam met 128.000 af tot 1.951.000. Het aandeel patiënten dat via ambulance, medisch mobiel team of 112 op de SEH terechtkwam steeg met 2,6% naar 16,0%. Het aandeel patiënten via de huisarts of HAP kwam, steeg met 7,8% naar gemiddeld 50,3%. Het aandeel zelfverwijzers is met 12,6% gedaald naar 17,4%. Het aandeel patiënten dat via een andere route op de SEH terechtkwam bleef constant, rond 14%. De landelijke variatie in herkomst bleef groot. Het percentage opnames vanaf de SEH steeg met 5,6 naar gemiddelde 37,2.
Conclusie
Het aantal SEH’s krimpt en de samenwerking tussen SEH’s en HAP’s intensiveert. Het aantal patiënten dat op de SEH wordt gezien, daalt. Het percentage zelfverwijzers neemt af en het aantal klinische opnames vanaf de SEH stijgt aanzienlijk. Voor een succesvol en consistent beleid zijn meer inhoudelijke gegevens nodig over de aard en omvang van de spoedzorg in de SEH. Dat vergt een nationale registratie.
Reacties