Rotterdam, april 1986, Niet de zwangerschap, maar een gezonde baby is uiteraard het doel van de in vitro-fertilisatie (IVF). Collega Eskes brengt hier een belangrijk punt ter sprake, dat echter niet speciaal geldt voor zwangerschappen na transport van…
Nijmegen, april 1986, J.J.van Beek et al. beschrijven een belangrijke mogelijkheid om aan het grote aantal aanvragen voor in vitro-fertilisatie te voldoen door een rayon-samenwerking tussen de Universiteit (het laboratorium) en omringende ziekenhuizen…
Alkmaar, april 1986, Naar aanleiding van de twee artikelen van collega Wolffers (1986; 725-7, 740-3) wil ik graag het volgende opmerken. De dag nadat ik de zeer lezenswaardige artikelen had bestudeerd zat er een Marokkaanse man van middelbare leeftijd…
's-Gravenhage, april 1986, De lezer is wellicht verbaasd te vernemen dat Senton, het preparaat van Organon dat genoemd wordt in het artikel van Wolffers (1986;740-3), ook in Nederland jarenlang op de markt is geweest. Wellicht is hij nog meer verbaasd dat…
Nijmegen, april 1986, Ik ben het geheel eens met collega Bruyninckx dat de term claudicatio penis (die overigens uit de literatuur afkomstig is) niet correct is. De door mij opgegeven percentages van erectiele dysfunctie na verwijderen van aneurysmata en…
Eindhoven, april 1986, Met belangstelling en instemming heb ik het artikel van collega Smals over organische oorzaken van impotentie gelezen. Enkele correcties zijn echter op hun plaats. Ten eerste de term claudicatio penis bij het zogenaamde pelvic steal…
Nijmegen, april 1986, Met de collegae Slob en Moors zou ik de waarde van de ‘erectiometer’ volgens Jonas bij de differentiële diagnostiek van erectiestoornissen willen benadrukken, zowel voor ‘thuisgebruik’ als voor meer wetenschappelijke toepassingen…
Rosmalen, april 1986, In dit artikel stelt collega Smals: ‘Voor het onderscheid tussen organische en psychogene impotentie is meting van de nachtelijke toeneming van de penisomvang (nocturnal penile tumescence, NPT) onmisbaar (1986;675-80). NPT-metingen…
De klinische les van de collegae Wollersheim en Thien (1986;385-8) noopt mij tot het maken van de volgende opmerkingen. 1. Niet wordt toegelicht waarom het primaire Raynaud-fenomeen (‘vrijwel altijd onschuldig’) ‘zou kunnen berusten op een overgevoeligheid…
Prof.Kreukniet behandelt in vogelvlucht enkele aspecten van deze middelen (1986;524-6). Een aantal fragmenten van de tekst zijn dusdanig summier, dat misverstanden kunnen ontstaan, zodat ik graag enkele kanttekeningen wil plaatsen. 1. De mededeling dat…
(Geen onderwerp)