Kobaltvergiftiging door metaal-op-metaalheupprothese

Conflict of interest: none declared. Financial support: none declared.

Since 2011, cobalt and chromium blood levels are measured in patients with a metal-on-metal hip implant (MoM prosthesis).
In this article we discuss the health risks that are related to chronically elevated blood cobalt concentrations induced by abnormal wear and corrosion of the MoM prosthesis.
Only a few patients who have systemic symptoms of poisoning, besides local symptoms around the failing MoM prosthesis, have been described in the literature.
Toxic blood cobalt concentrations may be accompanied by hypothyroidism, polyneuropathy, impairment of cranial nerves II and VIII and cardiomyopathy.
Treatment consists of removal of the prosthesis. In patients with a normal kidney function, the cobalt blood levels rapidly decrease and symptoms of cobalt intoxication subside.
Chelation therapy should be restricted to those patients who are unable to undergo removal of the prosthesis immediately due to their medical condition. This can for example be because of a severe cobalt-induced cardiomyopathy.

Samenvatting

Sinds 2011 worden bloedconcentraties van kobalt en chroom bepaald bij patiënten met een metaal-op-metaalheupprothese (MoM-prothese).
In dit artikel bespreken wij de gezondheidsrisico’s die gerelateerd zijn aan chronisch verhoogde kobaltconcentraties in het bloed als gevolg van abnormale slijtage en corrosie van de MoM-prothese.
In de literatuur zijn slechts enkele patiënten beschreven die systemische vergiftigingsverschijnselen hebben, naast lokale klachten rondom de falende MoM-prothese.
Toxische bloedkobaltconcentraties kunnen gepaard gaan met hypothyreoïdie, polyneuropathie, aantasting van oog- en gehoorzenuwen en met cardiomyopathie.
De behandeling bestaat uit verwijdering van de prothese. Bij patiënten met een goede nierfunctie daalt de bloedkobaltconcentratie hierna snel en verbetert het klinisch beeld.
Chelatietherapie is voorbehouden aan patiënten die vanwege hun medische toestand niet direct een revisieoperatie van de prothese kunnen ondergaan. Redenen hiervoor zijn bijvoorbeeld een ernstige kobaltgeïnduceerde cardiomyopathie.