Samenvatting
Doel
Benalen van de kankerincidentie in de regio Schiphol.
Opzet
Beschrijvend epidemiologisch onderzoek op basis van kankerregistratiegegevens.
Plaats
Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA).
Methoden
Op basis van geluidscontouren van het vliegverkeer rond de luchthaven Schiphol en gedefinieerd als 4-cijferige postcodegebieden werden 2 onderzoeksgebieden vastgesteld, een kerngebied met de hoogste geluidsbelasting en een ringzone daaromheen. Het aantal gevallen van kanker in de 2 onderzoeksgebieden werd vastgesteld met behulp van de regionale kankerregistratie van het IKA en vergeleken met het verwachte aantal gevallen van kanker op basis van de landelijke en de regionale kankerregistratie.
Resultaten
De incidentie van kanker (4535 gevallen in 1988-1993) in het totale onderzoeksgebied was in geringe mate verhoogd in vergelijking met de landelijke incidentiecijfers (‘observedexpected’ (OE)-ratio: 1,03; 95-betrouwbaarheidsinterval: 1,00-1,06) en vrijwel gelijk aan de incidentie in de IKA-regio. De licht verhoogde incidentie in vergelijking met de landelijke incidentie werd vooral veroorzaakt door de hogere incidentie van borst- en prostaatkanker (OE-ratio respectievelijk 1,08 en 1,11) in de regio Schiphol en ook in de IKA-regio. Daarnaast kwamen maligne systeemziekten (lymfomen en ziekte van Kahler, leukemie) en blaaskanker in het onderzoeksgebied vaker voor dan verwacht, met name bij mannen. Bij kanker van de luchtwegen was er een verschil in incidentie tussen het kerngebied (OE-ratio: 1,19) en de ringzone (OE-ratio: 0,86). De incidentie van alle vormen van kanker tezamen (OE-ratio: 1,10) was in het kerngebied ook statistisch significant verhoogd, met name door met roken samenhangende vormen van kanker.
Conclusie
In 1988-1993 was de incidentie van alle vormen van kanker tezamen in de regio Schiphol iets hoger dan die gemiddeld over Nederland en vrijwel gelijk aan die in de rest van de IKA-regio. Een relatie tussen het vliegverkeer en het voorkomen van kanker in de regio Schiphol kon niet worden aangetoond. Het is het meest waarschijnlijk dat de verschillen die voor sommige soorten kanker werden gevonden, alsmede de verschillen in incidentie tussen het kerngebied en de ringzone, werden veroorzaakt door verschillen in leefgewoonten, waaronder roken.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, augustus 1997,
Zoals veel reacties die wij hebben gekregen, is ook de reactie van collega Steenland tamelijk eenzijdig gericht, waarbij steeds de nadruk gelegd wordt op de verhoogde kankerincidentie van 10% in de directe omgeving van Schiphol. Het is opvallend dat wij bijvoorbeeld geen reacties hebben mogen ontvangen waarin de verlaagde incidentie van kanker van de luchtwegen in de ringzone ter discussie werd gesteld. Zoals wij in het artikel hebben gedaan, is het juist belangrijk om te kijken naar alle aspecten van het kankerpatroon in het gebied. Het beeld wat dan ontstaat, is heel wat genuanceerder dan de 10% verhoging in het kerngebied, die wij overigens niet hebben gebagatelliseerd. Niet elke statistisch significante verhoging is namelijk significant gezien vanuit het oogpunt van de volksgezondheid. Daarnaast vergeten veel mensen dat het mogelijk was geweest dat het onderzoek wel een verontrustende uitkomst had opgeleverd, zoals de meer dan 4 maal verhoogde incidentie van leukemie in Aalsmeer in 1980-1985.1 Nú was ongerustheid volgens ons echter niet terecht, maar in het tegengestelde geval zouden wij zeker diepgaand onderzoek hebben aanbevolen.
Hypothesen hadden wij wel degelijk opgesteld. Hierop was onder andere de verdeling van het gebied gebaseerd. Steenland moet hierop het artikel nog maar eens nalezen. Een tweede veel voorkomende misvatting is dat wij de pretentie zouden hebben gehad om een relatie tussen kanker en Schiphol vast te stellen. Dat was geenszins het geval. Zoals ook in het artikel staat, ging het er in de eerste plaats om vast te stellen hoe hoog de incidentie van kanker in het betreffende gebied was en of deze veel afweek van de incidentie elders.
Dat de variatie in kanker binnen Nederland niet kwantitatief toegelicht werd, is te wijten aan de noodzaak om (op verzoek van de redactie) het artikel kort te houden. Tenslotte was het niet de bedoeling om een lezer te laten accepteren dat 10% meer kanker ‘niets’ betekent, maar veeleer dat een dergelijke verhoging valt binnen de variaties in het voorkomen van kanker in Nederland. In dat kader is dan ook een aantal factoren besproken die een dergelijke afwijking kunnen verklaren.
Mulder YM, Drijver M, Kreis IA. Patiënt-controle-onderzoek naar het verband tussen lokale milieufactoren en hematopoëtische maligniteiten bij jongeren in Aalsmeer. [LITREF JAARGANG="1993" PAGINA="663-7"]Ned Tijdschr Geneeskd 1993; 137:663-7.[/LITREF]