Hypoglykemisch coma als gevolg van foutief verhoogde glucosewaarden bij een patiënte met diabetes mellitus en peritoneale dialyse

Klinische praktijk
W.A. Nienhuis
R.H.J. Bruijns
G. Vastenburg
R.S.M.E. Wouters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1574-6
Abstract

Samenvatting

Een 45-jarige vrouw met diabetes mellitus die peritoneale dialyse onderging, werd in het ziekenhuis opgenomen wegens duizeligheid. Tijdens de opname ontwikkelde zich bij haar een comateus toestandsbeeld met een dwangstand van het hoofd en de ogen naar links. Bloed verkregen door middel van een vingerprik toonde een glucosewaarde van 15,4 mmol/l. De bij de bloedgasanalyse automatisch meebepaalde bloedglucosewaarde bedroeg echter 1,2 mmol/l. Het neurologisch beeld van patiënte normaliseerde volledig na intraveneuze toediening van glucose. De glucosewaarden waren foutief verhoogd doordat patiënte ’s nachts werd gedialyseerd met behulp van een spoelvloeistof die als osmotisch agens icodextrine bevatte en metabolieten daarvan bloedglucosemetingen kunnen beïnvloeden indien bij de bepaling gebruik wordt gemaakt van het enzym glucosedehydrogenase. Om potentieel levensbedreigende situaties te voorkomen, moet men steeds overwegen of een adequate glucosemeter wordt gebruikt.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1574-6

Auteursinformatie

Scheper Ziekenhuis, Boermarkeweg 60, 7824 AA Emmen.

Afd. Interne Geneeskunde: mw.W.A.Nienhuis, assistent-geneeskundige; hr.dr.G.Vastenburg, internist-nefroloog; hr.R.S.M.E.Wouters, internist-endocrinoloog.

Klinisch-Chemisch Laboratorium: hr.dr.R.H.J.Bruijns, klinisch chemicus.

Contact hr.R.S.M.E.Wouters (r.wouters@sze.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

G.M.T.
de Jong

Dordrecht, augustus 2006,

Collega Nienhuis et al. rapporteerden over beïnvloeding van de bloedglucosemeting door afbraakproducten van icodextrine, met belangrijke klinische consequenties (2006:1574-6). Uit hun casuïstische mededeling blijkt dat de kennis die in feite beschikbaar was, pas later boven water kwam en tot inzicht leidde. Hetzelfde voorval had zich in ons ziekenhuis, het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht, kunnen afspelen.

De firma Baxter, die de icodextrine bevattende vloeistof Extraneal op de markt brengt, berichtte reeds in 2004 via haar medewerkers over dit verschijnsel. Alle dialysecentra ontvingen een mededeling en posters hierover. Hierbij werden ook dialyseverpleegkundigen benaderd en via hen de diabetesverpleegkundigen. Tevens werd een pasje met het opschrift ‘Belangrijke veiligheidsinformatie’ bijgeleverd waarop het fenomeen expliciet was vermeld; men kon dit pasje aan de patiënt meegeven. In december 2005 stuurde Baxter een brief naar alle internisten-nefrologen en alle kindernefrologen, waarin nogmaals voor dit probleem gewaarschuwd werd en waarin dezelfde materialen aangeboden werden.

Op basis van de door Baxter gegeven informatie is in ons ziekenhuis destijds gecontroleerd welke bepalingsmethoden voor bloedglucose op het Klinisch-Chemisch Laboratorium werden gehanteerd. Aangezien bij deze methoden glucosehexokinase of glucoseoxidase werd gebruikt, leek er geen probleem te zijn. Toentertijd was het beleid dat er geen glucosemetingen werden verricht in capillair bloed uit een vingerprik en dat alle glucosewaarden centraal in het laboratorium bepaald werden. De reden hiervoor was dat onderhoud en kwaliteit bij de eerstgenoemde methode moeilijk te garanderen waren. Inmiddels is dat beleid verlaten vanwege de wens om de bloedglucosewaarde te kunnen bepalen in capillair bloed uit een vingerprik en vanwege het feit dat patiënten ook al hun eigen glucosemeter meenemen naar het ziekenhuis. Naar ons weten is niet gecontroleerd of de meters die nu in ons ziekenhuis worden gebruikt, gevoelig zijn voor het in de casus beschreven verschijnsel.

Hoe ver moet men gaan in het waarschuwen van eenieder? De firma Baxter heeft gedaan wat van haar verwacht mag worden. Hoewel de patiënt wel op de hoogte moet zijn van dit fenomeen, lijkt het onjuist dat de patiënt medewerkers hierop moet attenderen, en men kan er voor de praktijkvoering niet op rekenen. In een grote ziekenhuisorganisatie is het vrijwel onmogelijk alle medewerkers zodanig te informeren dat een dergelijke complicatie voorkomen kan worden. Wel dient de informatie voldoende bekend te zijn bij de nefrologen, de dialyseverpleegkundigen en de behandelaars van diabetespatiënten. Wanneer een dialysepatiënt een medisch probleem heeft, dienen de diverse behandelaars altijd contact op te nemen met een nefroloog. De interpretatie van laboratoriumwaarden bij dialysepatiënten is toch al vaak anders dan men in de reguliere praktijk gewend is. Het interpreteren van de waarden blijft een taak van de behandelend arts. Uit deze casus blijkt dat de betrokken artsen zich niet realiseerden hoe een speciaal kenmerk van deze patiënte de bepaling vertekende.

Hoe kan een dergelijk voorval voorkomen worden? Men kan er in ziekenhuizen met een dialyseafdeling voor kiezen bij glucosemetingen in capillair bloed uit een vingerprik alleen glucosemeters te gebruiken die niet gevoelig zijn voor de beschreven interferentie. Coördinatie tussen laboratoriumartsen en klinisch chemici enerzijds en degenen die de glucosemeters aanbevelen (meestal de diabetesverpleegkundigen) anderzijds lijkt gewenst.

Ongetwijfeld draagt deze mededeling bij tot verdere verspreiding van de kennis over dit fenomeen.

G.M.T. de Jong
J. van der Meulen
P.J.H. Smak Gregoor
J. Prins

Emmen, augustus 2006,

Met het commentaar van onze collega’s De Jong et al. kunnen wij volledig instemmen. De reden voor ons om deze casuïstische mededeling te doen was tweeledig. In de eerste plaats leek het goed om de waarschuwing die de fabrikant had meegegeven nog eens te onderstrepen met het verslag van deze gebeurtenis. Daarnaast leek het ons van belang te laten zien dat het soms niet alleen gaat om een uitslag die wat afwijkend is, maar dat er bedreigende situaties kunnen ontstaan door deze foutieve uitslag. Overigens kwam de hernieuwde waarschuwing van de firma enige weken nadat wij ons artikel hadden ingestuurd.

W.A. Nienhuis
R.H.J. Bruijns
G. Vastenburg
R.S.M.E. Wouters