Samenvatting
In het nummer van 1 december 1906 van dit tijdschrift presenteerde Willem Einthoven, de latere Nobelprijswinnaar Geneeskunde, het eerste ecg van atriumfibrilleren bij een patiënt met een onregelmatige pols. Voor de eerste keer werd duidelijk welk een belangrijk instrument elektrocardiografie kan zijn bij de diagnostiek van hartziekten: een hulpmiddel dat tot op de dag van vandaag onmisbaar is. Einthoven kon niet weten hoe atriumfibrilleren, dat hij als eerste in kaart had gebracht, zich tot een epidemie bij de oudere mens zou ontwikkelen. Men kan de uitingsvormen hiervan nu beter behandelen, en de complicaties beter voorkomen dan in 1906.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2883-6
(Geen onderwerp)
Rotterdam, januari 2007,
Ter aanvulling op het artikel van Verheugt en Smeets (2006:2883-6) is het vermeldenswaardig dat de Vereniging Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde ter gelegenheid van haar honderdjarig bestaan op 1 januari 1957 haar lezers als aandenken de levensbeschrijvingen heeft geschonken van twee Nederlandse artsen die met de Nobelprijs voor Geneeskunde zijn bekroond. Een daarvan is de biografie van Willem Einthoven, geschreven door professor A.de Waart, oud-leerling van Einthoven. Het boek ligt ter inzage in de bibliotheek van het Tijdschrift. Hier leven, met Einthoven, vele groten voort in onze herinnering.
(Geen onderwerp)
Kortehemmen, januari 2007,
In 1957 bestond het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 100 jaar. De Vereniging Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde heeft naar aanleiding van dit jubileum gemeend de lezers een tastbaar aandenken te moeten aanbieden. Gekozen werd voor de uitgave van de levensbeschrijvingen van 2 Nederlandse artsen aan wie de Nobelprijs voor Geneeskunde was toegekend, beiden lid van de Vereniging. Het levenswerk van Christiaan Eijkman is beschreven in een boek van ruim 200 pagina’s door B.C.P.Jansen, oud-hoogleraar in de fysiologische chemie in Amsterdam.1
Prof.A.de Waart, oud-hoogleraar in de fysiologie in Batavia, schreef de biografie van zijn vroegere leermeester Einthoven, eveneens een boek van ruim 200 pagina’s.2
In een Ten Geleide sprak de toenmalige hoofdredacteur J.R.Prakken de hoop uit dat de uitgave de herinnering aan deze grote Nederlandse arts levendig zou houden.2
In januari 2007 werd het 150-jarig bestaan van het Tijdschrift gevierd. Een week voor deze viering verscheen in het Tijdschrift een publicatie van de cardiologen Verheugt en Smeets over honderd jaar atriumfibrilleren in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (2006:2883-6). In deze publicatie kwam ook het belangrijke werk van Einthoven aan de orde. Het is jammer dat de jubileumuitgave van 1957 over Einthoven, waarin ook de niet-gespecialiseerde lezer veel informatie vindt over diens gehele oeuvre, niet wordt vermeld bij de geraadpleegde literatuur. Moeten wij rond het 150-jarig bestaan van het Tijdschrift dan toch concluderen dat de hoop van de voormalige hoofdredacteur Prakken destijds ijdel was?
Jansen BCP. Het levenswerk van Christiaan Eijkman, 1858-1930. Haarlem: Bohn; 1959.
Waart A de. Het levenswerk van Willem Einthoven, 1860-1927. Haarlem: Bohn; 1957.
(Geen onderwerp)
Nijmegen, februari 2007,
Wij waren bij het schrijven van ons medisch-geschiedkundige artikel niet in bezit van de jubileumuitgave uit 1957.1 Daarnaast hebben wij gekozen voor literatuurreferenties die merendeels via de website van ons Tijdschrift gemakkelijk toegankelijk zijn. De lezers van ons artikel kunnen eenvoudig putten uit de belangrijkste publicaties over atriumfibrilleren in het Tijdschrift van de afgelopen 100 jaar, en op die manier kennisnemen van het ziektebeeld en van het eerste elektrocardiogram dat Einthoven in 1906 in het Tijdschrift publiceerde.
Waart A de. Het levenswerk van Willem Einthoven, 1860-1927. Haarlem: Bohn; 1957.