In de afgelopen 10 jaar hebben huisartsen steeds meer vitamine D- en B12-bepalingen laten doen, terwijl daar maar een beperkt aantal indicaties voor is. Waardoor is het aantal bepalingen toegenomen? En belangrijker nog: hoe ga je overbodige bepalingen tegen?
Vitamines zijn essentieel voor ons. Voldoende inname ervan krijgt veel aandacht en dat is terecht; een gebrek aan vitamines kan resulteren in ernstige ziektes. In de loop van de jaren hebben we deze ziektes kunnen bestrijden door onder andere gezonde voeding (fruit, groenten) te stimuleren. Soms lijkt het er echter op dat vitamines ook iets heiligs gekregen hebben, een panacee voor veel kwalen. En dus worden huidproducten aangeprezen als ‘goedgekeurd door het Zwitsers Vitamine Instituut’, wat dat ook mag betekenen.
Sterke toename van bepalingen vitamine D en B12
Een logisch gevolg van de aandacht voor vitamines is dat vitaminegebrek in toenemende mate gezien wordt als mogelijke oorzaak van veel, vaak vage, klachten. Deze gedachte heeft in veel landen geleid tot een sterke toename van vitaminediagnostiek door huisartsen, met name van de vitamines B12 en D.1 Een Engelse studie liet zien dat het aantal vitamine D-bepalingen de afgelopen decennia explosief…
Reacties