VRAAG 7. Ter profylaxe tegen embolie vanuit het hartoor wordt bij chronisch boezemwoelen veelal een anticoagulans zoals fenprocoumon of acenocoumarol geïndiceerd geacht. Ter verkleining van de kans op embolie vanuit een aangetaste A. carotis wordt meestal een aggregatieremmer gegeven in de vorm van acetylsalicylzuur.
Omdat deze medicamenten op verschillende punten aangrijpen in het stollingsproces, vraag ik mij af of de kans op embolie bij boezemwoelen kan worden verkleind door acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium toe te voegen aan het anticoagulans. Uiteraard gelden de voorwaarden dat nauwkeurige controle wordt uitgevoerd door de trombosedienst en dat volledige therapietrouw van de patiënt is gegarandeerd. Zou bij deze combinatietherapie het risico van over- of onderdosering te groot worden en (of) is geen noemenswaardige reductie van het emboliegevaar te verwachten? Blijft een eventuele indicatie voor deze combinatie ook van kracht wanneer een patiënt reeds een hersenembolie heeft doorgemaakt?
ANTWOORD. Zowel orale anticoagulantia als acetylsalicylzuur zijn effectief gebleken…
Reacties