Het preoperatief onderzoek: anamnese en lichamelijk onderzoek onmisbaar

Opinie
J.J. de Lange
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:2157-9
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 2174.

‘Het is noodzakelijk dat iedere patiënt voor de narcose aan een nauwgezet lichamelijk onderzoek wordt onderworpen. Een arts die de verantwoording op zich zou durven nemen, iemand te narcotiseren, terwijl hij ten enenmale onbekend is met diens somatische gesteldheid, begaat een ernstige fout’, stelt Klein in zijn in 1954 verschenen leerboek.1 Klein stelt hier impliciet twee zaken aan de orde: (a) iedere patiënt die een anesthesie ondergaat, behoeft een lichamelijk onderzoek, dat (b) door de anesthesioloog zelf verricht dient te worden.

De daaropvolgende jarenlange discussies over dit onderwerp, die ook in dit tijdschrift zijn gevoerd, betreffen in essentie twee vragen. Inhoudelijk: wat moet er gedaan worden in het kader van het preoperatief onderzoek? Organisatorisch: wie verricht het preoperatief onderzoek?

diverse aanbevelingen

In 1967 leidde de presentatie van een patiënt met een preoperatief miskende uremie in de rubriek ‘Conferenties en demonstraties’ van…

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, afd. Anesthesiologie, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Contact Prof.dr.J.J.de Lange, anesthesioloog (jj.delange@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties