Samenvatting
Evenals in het seizoen 2000/'01 had de influenza-epidemie van 2001/’02 een geringe omvang. De epidemie begon in week 2 van 2002, toen het netwerk van peilstationhuisartsen van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) een toename van de klinische influenza-activiteit registreerde, vooral door influenza-A-virussen van het H3N2-subtype, alle nauw verwant aan de vaccinreferentiestam, A/-Moscow/10/99. De influenza-A/H1- en -B-virussen die in het seizoen 2001/'02 werden geïsoleerd, bleken verrassende variaties te hebben. De influenza-B-virussen waren afkomstig van twee verschillende lijnen van influenza-B-virussen. Virussen van de B/Yamagata/16/88-lijn hebben de laatste 12 jaar gecirculeerd; de vaccinreferentiestam B/Sichuan/379/99 behoort tot deze lijn. De B/Victoria/2/87-lijn is na afwezigheid van 10 jaar weer in Europa opgedoken en droeg voor 50 bij aan de influenza-B-virussen die in Nederland werden geïsoleerd. Het vaccin zal dus tegen influenza B slechts gedeeltelijk hebben beschermd. Het enige influenza-A/H1-virusisolaat bleek tot een nieuw subtype te behoren: H1N2. Het H1-hemagglutinine hiervan kwam nauw overeen met dat van de vaccinreferentiestam A/New Caledonia/20/99. Het N2-neuraminidase was afkomstig van recente humane influenza-A/H3N2-virussen. Het vaccin zal dus ook tegen dit nieuwe subtype H1N2 goede bescherming hebben geboden. Mede op basis van deze gegevens heeft de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen dat de vaccins voor influenzaseizoen 2002/’03 de volgende of vergelijkbare stammen dienen te bevatten: A/Moscow/10/99 (H3N2), A/New Caledonia/20/99 (H1N1) en B/Hong Kong/330/01. Laatstgenoemd virus behoort tot de B/Victoria/2/87-lijn.
Reacties