Samenvatting
Voor het uitvoeren van wisseltransfusies bij pasgeborenen werd in 1985 in Amsterdam, als alternatief voor vers heparinebloed, een mengsel geïntroduceerd bestaande uit citraaterytrocyten en heparineplasma. Dit ‘heparinemengsel’ is fysiologisch van samenstelling, is snel leverbaar en heeft, omdat de bloedcomponenten getest zijn op hepatitis B-antigeen, antistoffen tegen lues en het humane immunodeficiëntievirus, een minimale kans op infectie-overdracht.
Er werd een retrospectief onderzoek uitgevoerd bij 54 kinderen die in 1986 en 1987 met dit mengsel een wisseltransfusie ondergingen. Het heparinemengsel bewerkstelligde, indien nodig, een adequate daling van het bilirubinegehalte en veroorzaakte geen veranderingen in het Na-, K-, Ca- of glucosegehalte van de kinderen, ook de pH werd niet nadelig beïnvloed. Opmerkelijk was de voorbijgaande trombocytopenie na de wisseltransfusie, waarbij een daling tot gemiddeld 39 van de uitgangswaarde werd gevonden.
Reacties