Het routinematig toedienen van anti-resus(D)-immunoglobuline aan iedere resus(D)-negatieve moeder die bevallen is van een resus(D)-positief kind heeft over de gehele wereld geleid tot een aanzienlijke verlaging van het aantal gevallen van resusimmunisatie. In Nederland is sedert 1969 het percentage nieuwe gevallen van immunisatie bij resus(D)-negatieve zwangeren van 3,5 tot rondom 0,5 gedaald, hetgeen betekent dat zich jaarlijks zo een 150 tot 200 nieuwe gevallen van resusimmunisatie voordoen.1 Het gevaar bestaat dat door deze daling diegenen die de praktische verloskunde uitoefenen niet meer voldoende in aanraking komen met deze problematiek en zodoende hun ervaring op het gebied van diagnostiek en behandeling kwijtraken. Gezien de ernst van het ziektebeeld voor het kind, het belang van goede preventie waardoor het aantal immunisaties nog verder zou kunnen worden teruggebracht en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek en behandeling, lijkt het nuttig de huidige stand van zaken te bespreken.
Resusantagonisme
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:1220-4
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:1220-4
Vakgebied
Reacties