Inleiding
Patiënten met acute leukemie of aplastische anemie worden regelmatig getransfundeerd met erytrocyten- en trombocytenconcentraten. Beide bloedprodukten bevatten leukocyten, die bij de ontvanger de vorming van leukocyten-antistoffen, met name HLA-antistoffen, kunnen induceren. Deze HLA-antistoffen veroorzaken ernstige problemen, omdat op de trombocytenmembraan HLA-antigenen voorkomen. Na transfusie van trombocytenconcentraat aan voor HLA-antigeen gesensibiliseerde ontvangers kan de levensduur van de donorplaatjes dusdanig worden bekort, dat er geen opbrengst van de transfusie wordt bereikt. Ondersteunende therapie is daarna alleen nog mogelijk met trombocytensuspensies, verkregen van HLA-compatibele donors.
Het is bekend dat bij patiënten die uitsluitend getransfundeerd worden met erytrocyten, HLA-allo-immunisatie kan worden voorkomen door de erytrocytenconcentraten te filtreren waardoor meer dan 99 van de leukocyten wordt verwijderd.1 HLA-allo-immunisatie treedt echter wel op wanneer naast gefiltreerde erytrocytenconcentraten ook trombocytenconcentraten van meer donors worden toegediend. Het ligt derhalve voor de hand ook de trombocytenconcentraten leukocyten-arm te maken.
In dit overzicht zullen de huidige ontwikkelingen betreffende…
Reacties