Samenvatting
Doel
Evalueren van factoren die klinische uitkomst en overleving bepalen bij patiënten met chronische hepatitis B behandeld met interferon alfa (IFNα).
Opzet
Retrospectief.
Methode
In een follow-upstudie werden 165 patiënten bestudeerd die positief waren voor hepatitis-B-e-antigeen (HBeAg) en die in de periode 1978-2002 waren behandeld met IFNα. Verzamelde data betroffen: algemene patiëntkenmerken, immunologische respons, virushoeveelheid, alanineaminotransferaseactiviteit (ALAT), histologische afwijkingen van de lever, optreden van gedecompenseerde cirrose en hepatocellulair carcinoom, alsmede overleving.
Resultaten
De mediane follow-up was 8,8 jaar (uitersten: 0,3-23,9). Van de patiënten respondeerden 54 (33) op de IFNα-behandeling, hetgeen werd gedefinieerd als HBeAg-verlies binnen 12 maanden na het einde van de behandeling. Van de responders verloor 52 hepatitis-B-oppervlakte(‘surface’)-antigeen (HBsAg), vergeleken met 9 van de non-responders (p < 0,001). Histologisch onderzoek van de lever liet een verminderde inflammatoire activiteit en minder progressie van fibrose zien bij responders. Hepatocellulair carcinoom werd gevonden bij 8 patiënten, van wie 6 non-responders waren. Van de 2 responders die hepatocellulair carcinoom kregen, had 1 een reactivatie na het stoppen van de behandeling. Multivariate analyse liet een significant verbeterde overleving (relatief risico (RR) op overlijden: 0,28; 95-BI: 0,10-0,78) en een verminderd risico op het ontwikkelen van hepatocellulair carcinoom (RR: 0,084; 95-BI: 0,01-0,75) zien bij responders.
Conclusie
Respons op IFNα-behandeling resulteerde in een langdurige klinische remissie met een verhoogde kans op HBsAg-seroconversie en vermindering van histopathologische leverafwijkingen. Na correctie voor uitgangspatiëntkenmerken ging respons op IFNα samen met verbeterde overleving en vermindering van het risico op hepatocellulair carcinoom.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1510-5
Reacties