Samenvatting
Doel
De resultaten beschrijven van het inbrengen van traanbuispluggen bij patiënten met ernstige klachten van droge ogen.
Opzet
Prospectief descriptief onderzoek.
Methode
20 patiënten met ernstige klachten van droge ogen, ondanks lokale therapie, werden geïncludeerd. De diagnosen luidden ‘primair syndroom van Sjögren’ (n = 10), ‘waarschijnlijk primair syndroom van Sjögren’ (n = 5) en ‘secundair syndroom van Sjögren’ (n = 5). Zij kregen na een gunstige subjectieve reactie op resorbeerbare pluggen beiderzijds een niet-resorbeerbaar siliconenplugje in de opening van het onderste traankanaal. Tijdens de follow-up werd het effect van de behandeling bepaald door diverse metingen van de functie van de traanklieren.
Resultaten
Na 3 en na 9 maanden was er een meetbaar gunstig effect wat betreft de traanproductie (Schirmer-test), de traanfilmstabiliteit (‘tear film break-up time’), de beschadiging van de cornea (Bengaals-roodtest) en de subjectieve klachten van droge ogen op een visueel analoge schaal (VAS). Het verschil ten opzichte van de uitgangswaarden was significant, behalve voor de Bengaals-roodtest na 9 maanden. Er waren geen complicaties. Bij de 5 patiënten met een basale Schirmer-testuitslag van 0 mm na 5 min werd geen verbetering waargenomen.
Reacties