Samenvatting
Doel
Bepalen van de anti-tumorwerking en de neveneffecten van paclitaxel bij patiënten met een ovariumcarcinoom, die eerder met ten minste één platinabevattend schema werden behandeld.
Opzet
Fase II-onderzoek.
Plaats
Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit, Amsterdam.
Methoden
Van 55 patiënten met een progressief ovariumcarcinoom kregen er 14 135 mgm² en 41 175 mgm² paclitaxel; 9 patiënten kregen paclitaxel in een 24-uursinfuus toegediend en 46 in een 3 uur durend infuus.
Resultaten
Bij 9 patiënten (16) werd een objectieve tumorrespons gezien, die bij 1 patiënt compleet was. Bij 19 patiënten (35) ontstond stilstand van de ziekte. De serum-CA 125-concentratie was bij 52 patiënten verhoogd. Bij 33 van de patiëten was het CA 125-verloop een indicatie voor de tumorrespons. De mediane duur van de respons was 8 maanden (uitersten: 4,1-13,1) en de mediane overlevingsduur 11,3 maanden (0,3- ≥ 28,2). Bijwerkingen waren voornamelijk haarverlies, gewrichts- en spierpijn en kortdurende neutropenie. Bij 76 van de patiënten nam de reeds bestaande neurotoxiciteit in lichte mate toe of ontstonden de novo symptomen van een lichte perifere neuropathie. Deze bleken na het staken van de paclitaxel-behandeling voor een groot deel reversibel.
Conclusie
De objectieve anti-tumorrespons op paclitaxel was gering, maar de patiënten verkeerden in een relatief slechte uitgangspositie. In totaal had meer dan 50 van de patiënten baat bij de therapie, onder meer door langdurige stabiele ziekte zonder veel klachten, en soms door afname van klachten. De bijwerkingen van paclitaxel werden door de meeste patiënten als licht beoordeeld.
Reacties