Goede intenties

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1836

artikel

We voegen voortdurend zaken toe aan de gezondheidszorg, altijd met goede intenties, maar vaak met minder dan het gewenste effect of met ongewenst neveneffect. Deze week drukken we in maat en getal uit hoeveel drukker de radioloog is geworden in de afgelopen 15 jaar (D5790). We hebben het allemaal wel zien gebeuren, maar ik denk niet dat we ons gerealiseerd hebben hoezeer we betoverd zijn door de magie van het beeld. Dit is voor een groot deel wenselijk, maar de vraag is of de zorgorganisatie deze ontwikkeling kan bijhouden. Twee mooi complementaire commentaren gaan daarop in. De één met focus op de menselijke maat, de andere met focus op de noodzaak van technologische ondersteuning.

Verder in dit nummer een wetenschapsartikel waarin getoond wordt dat psychotherapie beter werkt als je het tweemaal per week toedient (D5143). Flip Jan van Oenen is het daar niet mee eens en schrijft een kritisch commentaar (D5668). Hoewel deze scherpe discussie ongemak kan oproepen, hechten we als redactie veel belang aan de kritische uitwisseling van argumenten. Dat lukt helaas maar zelden. Het medische wereldje is klein en de meeste mensen willen aardig gevonden worden door hun vakgenoten. Wij denken echter dat iedereen uiteindelijk beter wordt van een stevige ideeënstrijd.

‘Niemand weet wat gezamenlijke besluitvorming precies is’

Laat ik die strijd dan meteen maar aangaan met de auteurs van een artikel over gezamenlijke besluitvorming (D5775). De verplichting daartoe is onlangs opgenomen in de wet en deze auteurs lichten toe dat dat een goede zaak is. Een conferentie met deskundigen bij het NTvG heeft mij duidelijk gemaakt dat niemand weet wat gezamenlijke besluitvorming precies is (D2095). Zowel paternalisme als ‘over de schutting gooien’ kunnen onder bepaalde omstandigheden kwalificeren als gezamenlijke besluitvorming (D881). Een juridische verankering zou tegenstanders misschien kunnen overtuigen van hun ongelijk, maar die mensen zijn even zeldzaam als tegenstanders van vrede op aarde. Verder betwijfel ik of ooit juridisch overtuigend aangetoond gaat worden dat een dokter onvoldoende gezamenlijkheid heeft betracht in de besluitvorming. Zo is deze wet gedoemd een sympathieke, maar dode letter te worden. Een collega heeft in zijn standaardbrieven de passage ‘De aard van de ingreep en mogelijke complicaties werden besproken’ aangevuld met ‘volgens de principes van gezamenlijke besluitvorming’. Een juridische verankering van een mooi idee leidt onvermijdelijk tot juridisering van dat idee.

Auteursinformatie

p.vaneijsden@ntvg.nl

Contact (p.vaneijsden@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties