Geen meetbaar effect van algemene sociaal-psychiatrische nazorg voor suïcidepogers; een gerandomiseerd experiment

Onderzoek
R. van der Sande
E. Buskens
Y. van der Graaf
E. van Rooijen
E. Allart
H. van Engeland
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2356-60
Abstract

Samenvatting

Doel

De effecten vaststellen van intensieve sociaal-psychiatrische interventie bij suïcidepogers in vergelijking met de effecten van de gebruikelijke behandeling.

Opzet

Gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek.

Plaats

Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU).

Methode

Suïcidepogers (n = 274) werden at random verdeeld over een experimentele groep en een controlegroep. Ná de randomisatie werd de patiënten toestemming gevraagd voor de experimentele behandeling: een opname van enkele dagen op een aparte afdeling in het AZU, ambulante nazorg verleend door een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en de mogelijkheid zich op elk moment van de dag voor een gesprek of een opname tot de crisisinterventieafdeling te wenden in geval van een nieuwe crisis. De controlegroep kreeg de gebruikelijke nazorg. Het aantal herhaalde suïcidepogingen in het jaar na randomisatie werd geteld en na 3, 6 en 12 maanden werd met behulp van de ‘Symptom checklist’ (SCL-90) en de ‘Hopeloosheidsschaal’ het algemeen welbevinden gemeten.

Resultaten

Aan het einde van het jaar volgend op de oorspronkelijke (index)suïcidepoging bestond er tussen de beide groepen geen duidelijk verschil in het aantal patiënten dat tenminste één herhaalde suïcidepoging ondernomen had, noch in het aantal suïcidepogingen per patiënt. Er was geen verschil tussen de scores op de schalen met betrekking tot het welbevinden, noch in het aantal dagen dat patiënten in een psychiatrisch ziekenhuis hadden doorgebracht. Patiënten die de experimentele zorg hadden ondergaan ontvingen daarentegen wel meer ambulante nazorg.

Conclusie

Suïcidepogers hadden geen baat bij de experimentele interventie.

Auteursinformatie

Raad voor Gezondheidsonderzoek, Postbus 1236, 2280 CE Rijswijk.

Dr.R.van der Sande, andragoloog.

Julius Centrum voor Patiëntgebonden Onderzoek, Utrecht.

Dr.E.Buskens en mw.dr.Y.van der Graaf, artsen-epidemiologen.

Mw.E.van Rooijen, psychiater.

Katholieke Universiteit, vakgroep Klinische Psychologie en Persoonlijkheidsleer, Nijmegen.

Mw.drs.E.Allart, psycholoog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Utrecht.

Prof.dr.H.van Engeland, psychiater.

Contact dr.R.van der Sande

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties