Samenvatting
- In de diagnostiek bij kinderen met functionele defecatiestoornissen zijn de anamnese en het lichamelijk onderzoek – inclusief rectaal toucher – cruciaal.
- Aanvullend onderzoek levert nauwelijks informatie op die diagnostische of therapeutische consequenties heeft.
- De therapiekeuze voor patiënten met functionele obstipatie of solitaire encopresis is met name gebaseerd op ervaring. Bij beide groepen spelen educatie, het bijhouden van een dagboek en toilettraining een belangrijke rol. Ook gedragsinterventies kunnen van belang zijn.
- Orale laxantia zijn gecontraïndiceerd bij patiënten met solitaire encopresis, terwijl ze de hoeksteen vormen van de behandeling van functionele obstipatie.
- Voor beide groepen kinderen lijkt het geven van biofeedbacktraining nauwelijks toe1267gevoegde waarde te hebben.
- De follow-up van kinderen met functionele defecatiestoornissen leert dat veel kinderen klachten blijven houden tot ver voorbij de puberteit.
Reacties