Samenvatting
- Op de kinderleeftijd is de prevalentie van obstipatie 0,3-8 en die van encopresis 1-3.
- Na een recente striktere definiëring en indeling worden obstipatie en solitaire encopresis erkend en herkend als twee verschillende entiteiten.
- Obstipatie kenmerkt zich door infrequente defecatie, vaak in combinatie met onvrijwillig ontlastingverlies.
- Solitaire encopresis vindt meestal eenmaal per dag na schooltijd plaats.
- Indien de defecatie uitblijft, neemt de encopresisfrequentie toe, wordt de buikpijn heviger en neemt de eetlust af, totdat (vaak één keer per week) een grote hoeveelheid ontlasting wordt geproduceerd.
- De fysiologie van het defecatie- en continentiemechanisme is complex en nog maar ten dele opgehelderd.
- Elkaar aanvullende en compensatoire mechanismen maken het helder in beeld brengen van onderliggende pathofysiologie moeilijk.
Reacties