Functionele gastro-intestinale ziektebeelden op de kinderleeftijd. II. Obstipatie en solitaire encopresis; fysiologie en pathofysiologie

Klinische praktijk
R. van Ginkel
H.A. Büller
H.S.A. Heymans
J.A.J.M. Taminiau
G.E. Boeckxstaens
M.A. Benninga
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:1264-7
Abstract

Samenvatting

- Op de kinderleeftijd is de prevalentie van obstipatie 0,3-8 en die van encopresis 1-3.

- Na een recente striktere definiëring en indeling worden obstipatie en solitaire encopresis erkend en herkend als twee verschillende entiteiten.

- Obstipatie kenmerkt zich door infrequente defecatie, vaak in combinatie met onvrijwillig ontlastingverlies.

- Solitaire encopresis vindt meestal eenmaal per dag na schooltijd plaats.

- Indien de defecatie uitblijft, neemt de encopresisfrequentie toe, wordt de buikpijn heviger en neemt de eetlust af, totdat (vaak één keer per week) een grote hoeveelheid ontlasting wordt geproduceerd.

- De fysiologie van het defecatie- en continentiemechanisme is complex en nog maar ten dele opgehelderd.

- Elkaar aanvullende en compensatoire mechanismen maken het helder in beeld brengen van onderliggende pathofysiologie moeilijk.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Emma Kinderziekenhuis, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Kindergastro-enterologie en voeding: dr.R.van Ginkel, arts; prof.dr.H.S.A.Heymans, dr.J.A.J.M.Taminiau en dr.M.A.Benninga, kinderartsen.

Afd. Gastro-enterologie: dr.G.E.Boeckxstaens, gastro-enteroloog.

Erasmus Medisch Centrum, locatie Sophia Kinderziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Rotterdam.

Prof.dr.H.A.Büller, kinderarts.

Contact dr.M.A.Benninga

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties